Tekstdoelen

Vandaag...
- Tekstdoelen
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Vandaag...
- Tekstdoelen
Lees in stilte uit het boek: Wereldspionnen.
Pak je schoolspullen: etui, lesboek, schrift, wisbordje.
timer
20:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
 Ik kan uitleggen wat de verschillende tekstdoelen zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet de les eruit?
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg tekstdoelen
  • Oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Schoolwerk
  • Jeugdjournaal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
Opdracht bij: “Alsof een bom in je gezicht ontploft”


Pak een rode/groene pen!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken: doel

Bijvoorbeeld; iets uitleggen, je vermaken, 
Tekstdoelen

Slide 5 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
  • Informeren
  • Iets leren of uitleggen (instrueren)
  • Iets laten doen (activeren)
  • Een mening geven (overtuigen)
  • Vermaken (amuseren)
tekstdoelen

Slide 6 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


De schrijver wil
: dat je iets te weten komt.
Voorbeelden: krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd.
Informeren

Slide 7 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.



De schrijver wil
: dat je weet hoe je iets moet doen.
Voorbeelden: hoofdstuk uit een leerboek, recept, gebruiksaanwijzing
instrueren

Slide 8 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil: je overhalen iets te doen
Voorbeelden: reclametekst, uitnodiging, advertentie
activeren

Slide 9 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.



De schrijver wil
: dat je zijn mening overneemt.
Voorbeelden: bespreking/recensie van een film of boek
overtuigen

Slide 10 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


De schrijver wil
: je vermaken.
Voorbeelden: verhaal, strip
amuseren

Slide 11 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Pak je wisbordje

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
instrueren

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
activeren
B
informeren
C
amuseren
D
instrueren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
overtuigen
B
amuseren
C
instrueren
D
informeren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren
D
amuseren

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 1 en 2 blz. 26/27


We maken samen de opdracht!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken: opdrachten bij 'Bart Konings'
Je werkt in stilte!
Klaar? Lezen uit Wereldspionnen.
timer
20:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
opdrachten: 'Bart Konings'


Pak een rode/groene pen!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Volgende les:
  • Maken: opdrachten 'Bart Konings' + opdracht 3 blz. 28
  • Lezen uit wereldspionnen:  t/m H11.

Toets: 4 februari
Schoolwerk

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Jeugdjournaal

Slide 33 - Slide

This item has no instructions