De werkwoorden
heeft, wordt en
zal kun je van tijd veranderen en zijn dus
persoonsvormen; besloten, opgeheven en teruglopen kun je
niet van tijd veranderen en zijn dus geen persoonsvormen: besloten en opgeheven zijn voltooide deelwoorden en teruglopen is een infinitief.
Kijk goed met welke werkwoordsvorm je te maken hebt, zodat je het werkwoord correct spelt. De regels voor de werkwoordspelling vind je in het schema werkwoordspelling.