13.5 meer extremen!

13.5 Meer extremen! 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

13.5 Meer extremen! 

Slide 1 - Slide

Het 'biologische momentje' van de dag...
Artikel van 3 maart 2021:
Wetenschappers hebben drie verschillende lichtgevende haaien ontdekt voor de kust van Nieuw-Zeeland. Een van de soorten kan tot drie meter lang worden en is daarmee het grootste 'glow-in-the-dark'-dier ooit. "Dit laat nog maar eens zien hoe weinig we weten van de diepe oceaan."


Het gaat om drie verschillende haaien: de valse doornhaai, de zwartbuiklantaarnhaai en de zuidelijke lantaarnhaai. 
Vooral de lichtgevende valse doornhaai, die wel drie meter lang kan worden, interesseert de onderzoekers.
Deze haai kent geen natuurlijke vijanden en de 'glow-in-the-dark'-eigenschap kan dus niet bedoeld zijn om aanvallen af te wenden. Mogelijk gebruikt de haai het licht om prooidieren te vinden.


Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Nieuwe stof 13.5
- Vragen?
- Voorbeelden bekijken 



Slide 3 - Slide

Wat is bioluminescentie?
  •  Is chemoluminescentie in organismen, waardoor deze licht uitstralen.
  •  Chemoluminescentie = het verschijnsel dat bij een chemische reactie
       energie vrijkomt in de vorm van licht (luminescentie).
  • 90% van de dieren (diepzee) doen aan bioluminescentie.



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wie doen er allemaal aan bioluminiscentie? 
90% van de dieren (diepzee), zoals:
- diepzeedieren (vissen, kwallen, inktvissen),
- bacteriën,
- insecten (vuurvliegje),

- geleedpotigen,
- sommige vogels,
- maar ook zwammen, koralen en algen.


Diepzee (dieper dan 500-1000 meter), geen zonlicht.

Zelf licht uitzenden of via bacteriën. 

Slide 6 - Slide

Waarom zouden dieren (organismen) licht willen geven/uitzenden?

Slide 7 - Open question

Waarom geven organismen licht?
  • Prooien lokken.
  • Soortgenoten aantrekken (voortplanting) 
  • Communiceren met soortgenoten.
  • Predatoren afschrikken,
      verwarring creëren.
  • Camouflage









Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wonderlijke wondernetten:
  • Walvissen zijn zoogdieren - longen. Ademen via een blaasgat (neusgaten).

  • Diepst duikende walvis: potvis (ruim 2,5 km diep). Ongeveer 75-90 min. onder water. 
  • Luchtdruk zeeniveau = 1 bar, elke 10 m duiken + 1 bar.
  • Hoe kan een potvis zo’n druk weerstaan?
      - Cellen (water + opgeloste stoffen) niet samendrukbaar.
      - Holle delen (longen) wel samengedrukt. Borstkas zou inklappen!
    Daarom; - Wondernet = bloedvatennetwerk vol bloed om borstkasruimten op te vullen.
  • Zakken en drijven (spieren verbruiken zo minder energie - minder zuurstof). 
     - geregeld door spermaceti orgaan of walschot = vetachtige stof
    (smelten en stollen d.m.v. koud of warm bloed). 


Slide 10 - Slide

Informatie
Bij sommige diersoorten komen zogenaamde wondernetten voor. Bij zo’n wondernet vertakt een slagader zich in kleinere slagaders die weer uitkomen in één grotere slagader (zie afbeelding). Een wondernet bestaat uit slagaders.
 Drie plaatsen in de bloedvaten van dit wondernet worden met de letters P, Q en R aangegeven. De samenstelling van het bloed op deze plaatsen wordt met elkaar vergeleken.

Slide 11 - Slide

Op welke plaats in het wondernet is de bloeddruk het hoogst
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R

Slide 12 - Quiz

Bij sommige diersoorten komen zogenaamde wondernetten voor. Bij zo’n
wondernet vertakt een slagader zich in kleinere slagaders die weer uitkomen
in één grotere slagader (zie afbeelding 5). Een wondernet bestaat uit slagaders.
Drie plaatsen in de bloedvaten van dit wondernet worden met de letters
P, Q en R aangegeven. De samenstelling van het bloed op deze plaatsen wordt
met elkaar vergeleken.
Welke letter geeft de plaats aan waar de hoeveelheid van de voedingsstof glucose
in het bloed het laagst is?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom is spermaceti voor potvissen van groot belang?

Slide 16 - Open question