7.3 Verlichte ideeën in de praktijk

6: Verlichting en revoluties (1650 - 1848)
  • Kenmerkende aspecten:
  • Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
  • De democratische revoluties in westerse landen als gevolg van discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

6: Verlichting en revoluties (1650 - 1848)
  • Kenmerkende aspecten:
  • Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
  • De democratische revoluties in westerse landen als gevolg van discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
  • Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme

Slide 1 - Slide

Franse Revolutie (1789)
  • directe aanleiding: dreigend bankroet Franse staat >
  • Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen: 
  • drie standen: geestelijkheid  
  • adel  
  • burgerij  >
  • 'cahiers de doléances'

Slide 2 - Slide

Oorzaken problemen:
  • ontevredenheid over:
  • - misoogsten
  • - hoge belastingen
  • - privileges 1e en 2e stand
  • - absolutisme
Lodewijk XVI

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

2. Kritiek op de ordening in de samenleving
  • Verlichte denkers tegen de standenmaatschappij:
  • ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o.a
  • recht op vrijheid, leven en bezit
  • pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid
  • 'Droit Divin' werd verworpen:
  • John Locke (1632-1704): sprake van een 'sociaal contract' en volk het 'recht op verzet'
  • Rousseau(1712-1778): idee van 'permanente volkssoevereiniteit':
  • 'de regering is de uitvoerder van de gezamenlijke wil van de burgers'

Slide 5 - Slide

Derde stand geïnspireerd door:
  • revolutionairen in Amerika
  • Rousseau
  • Voltaire
  • Montesquieu >
  • Trias Politica:
  • scheiding der machten

Montesquieu

Slide 6 - Slide

Escalatie situatie (1e fase)
  • standenvergadering mislukte >
  • 'Eed op de Kaatsbaan' >
  • wetgevende vergadering 3e stand >
  • erkennning door de vorst
  • 'Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger' >
  • einde standenmaatschappij en
  • absolutisme
  • 1791: nieuwe grondwet:






Eed op de Kaatsbaan

Slide 7 - Slide

grondwet 1791
  • wetgevende macht bij parlement
  • censuskiesrecht
  • uitvoerende macht bij vorst 
  • geen rust door:
  • prijsstijgingen
  • dreiging oorlog tegen Oostenrijk
  • vlucht koning > arrestatie > onthoofd (1793)
  • Republiek uitgeroepen (1792) 
  • begin 2e fase

Slide 8 - Slide

radicale fase
  • olv de Jacobijnen
  • verkiezingen opgeschort ('oorlog')
  • totale breuk met 'Ancien Régime'
  • vele executies
  • Robespierre
  • Schrikbewind tot 1794 > 
  • Directoire 1795 - 1799 (3e fase)
  • geen controle, inzet leger belangrijker 

Slide 9 - Slide

4e fase: Napoléon
  • 1799: Napoléon zet Directoraat af

  • 1799 - 1804: 'eerste consul'
  • 1804 - 1815: keizer van Frankrijk
  • acties o.a.
  • hervorming bestuursapparaat
  • 'Code Napoléon'
  • vele veroveringen
  • 1815: Slag bij Waterloo

Slide 10 - Slide

Franse invloeden in Nederland:
patriotten belangrijk
  • In de Republiek ook veel onvrede over:
  • - macht regentenfamilies + 
  • - stadhouder Willem V (meer een vorst)
  • - militair + economische achteruitgang
  • 1795: Fransen veroveren Republiek >
  • 'Bataafse Republiek' met:
  • - grondwet en parlement
  • - godsdiensvrijheid
  • - een belastingsysteem
  • - nationaal onderwijssysteem

Slide 11 - Slide

Na de revoluties:
  • 1799: staatsgreep Napoleon
  • 1804: kroning Napoleon tot keizer: 
  • alleenheerser + verlichte ideeën:
  • - grondwet en 
  • - Code pénal (eenheid rechstspraak)
  • Einde bestuur patriotten in  Republiek:
  • Koninkrijk Holland olv broer Napoleon >
  • provincie van Frankrijk (1810 -1813)
  • 1812: mislukt veldtocht naar Rusland >
  • 1815: nederlaag Napoleon bij Waterloo

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Europa na de Franse Tijd
  • 1814 - 1815: Congres van Wenen (Eng, Oostenrijk, Pruisen en Rusland) Doelen:

  • - vredesverdrag en stabiliteit door:

  • 1. Restauratie:
  • - herstel monarchieën, grondrechten werden ingeperkt, maar:
  • - grondwetten bleven bestaan
  • - adel kreeg privileges terug
  • 2. Frankrijk omringd door sterke staten oa:
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1839) olv:
  • Koning Willem I (zoon van stadhouder Willen V)

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video