Voltooid Tegenwoordige Tijd/Verleden Tijd

Wat hoort er bij de Past Simple?
A
Gaat over iets wat in het verleden is gebeurd
B
Gaat over iets wat nu is afgelopen
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat hoort er bij de Past Simple?
A
Gaat over iets wat in het verleden is gebeurd
B
Gaat over iets wat nu is afgelopen

Slide 1 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een zin in de Past Simple?
A
I saw a shoplifter at the supermarket this morning
B
This man is not a friendly character
C
My cats have not eaten yet today

Slide 2 - Quiz

In de zin ''I saw a shoplifter at the supermarket today'', welk woord staat in de Past Simple?
A
today
B
shoplifter
C
saw

Slide 3 - Quiz

Wat weet je over de Past Simple nu? Noem 1 regel en een woord

Slide 4 - Open question

Wat hoort er bij de Present Perfect? (voltooid tegenwoordige tijd)
A
dat gebruikt Engels helemaal niet
B
iets is eerder begonnen en nu nog aan de gang
C
praten over ervaringen
D
iets is eerder gebeurt en je merkt nu resultaat

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een zin in de Present Perfect?
A
I am not always at home
B
They lived in Tokyo for 2 years
C
He has been to the shops today
D
My aunty has left some chocolate for us

Slide 6 - Quiz

In de zin ''My aunty has left some chocolate for us'', welk woord staat in de Present Simple?
A
some
B
has
C
left
D
us

Slide 7 - Quiz

Wat weet je over de Present Perfect nu? Noem 1 regel en een woord(en)

Slide 8 - Open question

Beide de Present Simple en Present Perfect gehad. Kan je ze uit elkaar houden? Kies de Present Simple:
A
He lived in Leeds last year
B
He has lived here for four years

Slide 9 - Quiz

Kies de Present Perfect:
A
My aunty is well rich for her age
B
He has been laughing for so long at that joke

Slide 10 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
''My neighbour walked home at night yesterday''
A
Present Perfect
B
Past Simple

Slide 11 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
''Charlotte has been at work for a while''
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 12 - Quiz

Welke regel hoort waarbij?
Present Perfect
Past Simple
have been
completed
said
has made
has stolen
saw
have warned
disappointed

Slide 13 - Drag question