1.3 D Driehoeken tekenen met behulp van een passer.

1.3 D Driehoeken tekenen met behulp van een passer.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 D Driehoeken tekenen met behulp van een passer.

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt een driehoek op ware grootte tekenen met behulp van een passer.

Slide 2 - Slide

Driehoeken tekenen met behulp van een passer.

Weet je van een driehoek drie zijden, dan gebruik je een passer.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
    ABC is AB = 1,5 cm, BC = 2 cm en AC = 3 cm.
Teken         ABC op ware grootte.
Δ
Δ

Slide 4 - Slide

Boek dicht.

Slide 5 - Slide




Klaar? Lever het blaadje in en maak in stilte:
vierkant: 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
cirkel: 36, 37, 38, 39 + nakijken
ster: 37, 38, 39 + nakijken

Slide 6 - Slide

Vragen over het huiswerk?

Slide 7 - Slide

Aan het werk...
vierkant: 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
cirkel: 36, 37, 38, 39 + nakijken
ster: 37, 38, 39 + nakijken

Slide 8 - Slide

Leerdoel
Je kunt een driehoek op ware grootte tekenen met behulp van een passer.


Slide 9 - Slide

Bij het tekenen van welke driehoek heb je een passer nodig?
Een driehoek waarvan je
A
een zijde en twee hoeken weet
B
een hoek en twee zijden weet
C
drie hoeken weet
D
drie zijden weet

Slide 10 - Quiz

Huiswerk
vierkant: 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
cirkel: 36, 37, 38, 39 + nakijken
ster: 37, 38, 39 + nakijken

Slide 11 - Slide