Belangrijke punten stoffen en materialen

KIJK NAAR DE LAMP

en 

probeer te verklaren wat er gebeurt
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

KIJK NAAR DE LAMP

en 

probeer te verklaren wat er gebeurt

Slide 1 - Slide

Welke fasen zie je allemaal in de lamp?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Vast en Gas
B
Vast en Vloeibaar
C
Gas en vloeibaar

Slide 2 - Quiz

Wat doet de lamp naast licht geven?
A
Stralen
B
Verwarmen
C
Condenseren
D
Afkoelen

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er wanneer vloeistof wordt verwarmd?
A
Moleculen gaan harder trillen
B
Vloeistof zet uit
C
Dichtheid wordt lager

Slide 4 - Quiz

Leg nu in je eigen woorden uit
waarom de snippers stijgen? Maak gebruik van temperatuur, dichtheid, drijven, zinken...

Slide 5 - Open question

Materialen gebruiken
Alle voorwerpen die je ziet bestaan uit stoffen en materialen. Als je stoffen en materialen gebruikt, moet je hun eigenschappen kennen en je moet weten hoe je veilig met die stoffen om kunt gaan.

Slide 6 - Slide

Stofeigenschappen

Hieraan kun je stoffen herkennen....

Slide 7 - Slide

Stofeigenschappen

KLEUR: goud heeft zijn eigen kleur.
GEUR: benzine kun je ruiken.
SMAAK: suiker smaakt zoet, citroen smaakt zuur.
BRANDBAARHEID: hout is brandbaar, water brandt niet.
GELEIDING: metalen geleiden warmte en elektriciteit.
MAGNETISME: ijzer kan magnetisch zijn.

Slide 8 - Slide

Stoffen kunnen gevaarlijk zijn...

Slide 9 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 10 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 11 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 12 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 13 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 14 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 15 - Slide

Gevaren-symbolen
welke kennen jullie nog?

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een faseovergang is.
  • Ik kan een fasedriehoek maken.
  • Ik kan de zes faseovergangen herkennen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wie was de uitvinder van de thermometer
A
Newton
B
Einstein
C
Celcius
D
Frankenstein

Slide 19 - Quiz

hoeveel graden is het op de thermometer?
A
0 graden
B
2 graden
C
-2 graden
D
-7 graden

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Onderdelen van een thermometer

Slide 22 - Slide

In welk onderdeel van de Thermometer zit de vloeistof?
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Display
D
Stijgbuis

Slide 23 - Quiz

Fase-overgangen

Slide 24 - Slide


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 25 - Quiz

hoe heet deze faseovergang?
vast --> vloeibaar
A
rijpen
B
smelten
C
stollen
D
verdampen

Slide 26 - Quiz

De was droogt ook als het vriest.
Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?
A
stollen
B
verdampen
C
smelten
D
vervluchtigen

Slide 27 - Quiz

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren

Slide 28 - Quiz

van vloeibaar naar gasvormig heet?
A
condenseren
B
smelten
C
stollen
D
verdampen

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling

Slide 30 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 31 - Quiz

In welke fase overgang zie je hier?
A
vervl
B
gas
C
vloeibaar

Slide 32 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 33 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 34 - Quiz

Massa (m)
Er is een verschil tussen massa en gewicht.
Op de maan is je massa hetzelfde, je gewicht niet. 

Massa is de hoeveelheid stof bij elkaar opgeteld, in                     

gram(g)

Slide 35 - Slide

Volume (V)
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 

Dit schrijven we op in      

Het volume is dan:

Als je alles in cm invult.


cm3
lengtebreedtehoogte

Slide 36 - Slide

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Dichtheid berekenen
Om de dichtheid van een stof te berekenen, 
moeten we de 
massa delen door het volume.


ρ=vm
Dichtheid=VolumeMassa

Slide 39 - Slide

Waarom stijgt een luchtballon als je de lucht verwarmd?

Slide 40 - Open question