BBL Lesweek 4 2.1 t/m 2.6

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij 

Rekenen

paragraaf 2.1 t/m 2.3

Rekenen
BBL

198 + 35 =

1. 133
2. 137
3. 233
4. 237

Welkom

Rekenen

Paragraaf 2.1

Cijferend rekenen

• Zorg bij decimale getallen dat de komma's recht onder elkaar staan,

en reken de som onder de streep uit.

• Je mag achter de komma altijd een extra nul aan het eind zetten,

om het aantal decimalen gelijk te maken.

34,80
   2,55
_______+
37,35

Voor een meer uitgebreide uitleg, zie de voorgaande les over optellen en aftrekken.

Handig optellen met strategieën zoals :

Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 

Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 

Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)

Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 

Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)

Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

lesdoel opgave 3

Ik kan cijferend aftrekken.

Som

a. Er stonden 7788 computers klaar, maar er waren maar 6952 deelnemers. Om erachter te komen hoeveel computers er ongebruikt waren, wordt de som: 7788 - 6952 = ? Je kan dit cijferend aftrekken.

Ik doe de som eerst voor

4 x 15 = 60

want 4 x 10 = 40 en 4 x 5 = 20

40 + 20 = 60

Hoeveel is dan 4 x 150 = ?

Ik weet dat 4 x 15 = 60

150 = 10 x 15, dus moet het antwoord ook keer 10 (60 x 10)

Het antwoord is 600

2 manieren

Ik doe de som eerst voor

4 x 15 = 60

want 4 x 10 = 40 en 4 x 5 = 20

40 + 20 = 60

Hoeveel is dan 4 x 150 = ?

Ik weet dat 4 x 15 = 60

150 = 10 x 15, dus moet het antwoord ook keer 10 (60 x 10)

Het antwoord is 600

2.4 Delen

Bij delen mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren delen:

1. Uit het hoofd

2. Kolomsgewijs delen (herhaald aftrekken) 

3. Staartdelen.

Verwisselen

Bij delen mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

12 : 3 is niet gelijk aan 3 : 12.

Kolomsgewijs delen

2.3 Vermenigvuldigen

Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren vermenigvuldigen

1. Uit het hoofd

2. Kolomsgewijs 

3. Traditioneel.

Verwisselen

Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen.

4 × 5 = 5 × 4

2 manieren

Ik doe de som eerst voor

4 x 15 = 60

want 4 x 10 = 40 en 4 x 5 = 20

40 + 20 = 60

Hoeveel is dan 4 x 150 = ?

Ik weet dat 4 x 15 = 60

150 = 10 x 15, dus moet het antwoord ook keer 10 (60 x 10)

Het antwoord is 600

2.4 Delen

Bij delen mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren delen:

1. Uit het hoofd

2. Kolomsgewijs delen (herhaald aftrekken) 

3. Staartdelen.

Verwisselen

Bij delen mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

12 : 3 is niet gelijk aan 3 : 12.

Staartdelen

Kolomsgewijs delen

Rekenen met haakjes

Als er in een som haakjes staan, moet het deel tussen de haakjes eerst worden uitgerekend

Vermenigvuldigen met 10, 100, 1000

Bij vermenigvuldigingen met 10, 100, 1000, enzovoort, komen er één of meerdere nullen achter het getal.

Je telt het aantal nullen voor het juiste aantal nullen in het antwoord.

Astrid koopt 3 kg peren en 3 kg appels.
Hoeveel betaalt zij?

1. 6,-
2. 3,-
3. 9,-
4. 12,-

Even oefenen

335 x 10 = 3350

1. Juist
2. Onjuist

Is deze uitkomst juist?

1. Ja
2. Nee

0 x 1000 =

1. 1000
2. 0

Nu een voorbeeld van een aftreksom

275 - 99 =

eerst haal ik er 100 af

275 - 100 = 175

maar ik heb er 1 teveel afgehaald, dus moet er nog 1 bij

175 + 1 = 176

Wat heb je in deze les geleerd?

Wat heb je geleerd vandaag?