Zugspitze Schritt 20

Zugspitze Schritt 20
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zugspitze Schritt 20

Slide 1 - Slide

Zugspitze Schritt 20
In 'Schritt 20' proberen we vertrouwde onderwerpen met eenvoudige zinnen en een beperkte woordenschat te omschrijven.

Slide 2 - Slide

Zugspitze Schritt 20
Dus deze stap draait om nieuwe woordjes. Laten we beginnen en eerst eens naar jouw woordenschat kijken. Wat kun je al begrijpen?

Slide 3 - Slide

Wo wohnst du?
In je leerboek op pagina 24 vind je een mail van Stefan. Daan doet in de zomervakantie een zeilcursus met Stefan, een jongen uit Risch in Zwitserland. Daan is benieuwd hoe Stefan woont. Daarom heeft Stefan hem een e-mail gestuurd. 
was
Lees de tekst. Onderstreep de woorden die je NIET kent. Let goed op hoe Stefan zijn omgeving beschrijft.
Hilfe
woordenboek
Ziel
Bekende woordenschat activeren en onbekende woorden opzoeken.
Fertig?
Ben je klaar? Kijkt dan naar de opdracht op de volgende slide.

Slide 4 - Slide

Und du? Wie wohnst du eigentlich?
Schrijf in het Duits op waar je woont en wat je allemaal in jouw omgeving kunt doen. Je mag uiteraard je woordenboek gebruiken. Natuurlijk kun je de zinnen met Google Translate vertalen, maar daar leer je niets van. Daag jezelf uit en probeer een tekst te schrijven met je eigen woorden – jouw eigen creatie.

Slide 5 - Open question

Neue Vokabeln
Je hebt je hersenen even goed laten kraken en een paar lang vergeten woorden uit de krochten van je geheugen opgediept. Goed zo! Nu gaan we er nog een paar woorden aan toevoegen.
was
Kijk naar de woordenlijst op de volgende slide en luister naar de uitspraak. Zitten er al bekende woorden tussen? Probeer gelijk een paar nieuwe woorden te onthouden!
Hilfe
audiofragment
Ziel
Woordenschat verbreden.
Fertig?
Ben je klaar? Maak dan de quiz die aansluit op de woordenlijst.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke woorden uit de lijst
hebben volgens jou te maken
met een landschap?
Schrijf er 5 op in het Duits

Slide 8 - Mind map

Welk van de volgende nieuwe woorden is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
hässlich
B
schrecklich
C
überall
D
verschieden

Slide 9 - Quiz

die Sonne
die Wolke
der Garten
die Blume
das Haus
das Meer

Slide 10 - Drag question

Vokabeln üben
Laten we de nieuwe woorden nu flink oefenen!
was
Maak opdracht 2 B en C op pagina 25 in je leerboek. 
Hilfe
woordenlijst
Ziel
Woordenschat oefenen.
Fertig?
Ben je klaar? Laat de opdracht controleren door je docent.

Slide 11 - Slide

Hausaufgabe
zu Montag, 23. September: Vokabeln Schritt 20 lernen!


En nog een laatste vraag...

Slide 12 - Slide


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Gefeliciteerd!
Je bent klaar en mag nu iets voor jezelf doen. Maar: verlaat het klaslokaal niet en leid andere leerlingen niet af.

Slide 14 - Slide