Woensdag 1 februari 2023

Lezen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

echt
  • dat is waar
  • helemaal, niet iets anders
  • zin: De oudste vrouw van Nederland is 110 jaar. Dat is echt waar! 
  • zin: De ring is van echt goud.

Slide 2 - Slide

eerlijk
  • het is geen smoesje, het is echt waar
  • niet liegen / niet fake
  • alle mensen krijgen hetzelfde
  • zin:  Ik verdeel het brood eerlijk.

Slide 3 - Slide

elkaar
  • samen
  • Omar en Anne kijken naar elkaar. Omar kijkt naar Anne en Anne kijkt naar Omar.
  • zin: We praten met elkaar over de nieuwe woorden.

Slide 4 - Slide

gek
  • raar; niet normaal
  • gek zijn op = heel leuk of lief vinden
  • te gek = heel leuk
  • zin: Hij praat met bomen. Dat vind ik heel gek

Slide 5 - Slide

genoeg
  • genoeg <---> te weinig
  • zin: Ik hoef niks meer te eten, ik heb genoeg gehad.
  • zin: Ik heb niet genoeg geld bij me. Kan ik van jou wat lenen? 

Slide 6 - Slide

het gesprek
  • een persoon praat met een andere persoon
  • in gesprek gaan = iemand is bezig met praten, bijvoorbeeld aan de telefoon
  • zin: Ik heb vanmiddag een gesprek met de docent. 

Slide 7 - Slide

    Muziek

Slide 8 - Slide

de vraag
  • iets wat je niet weet maar je wel wilt weten
  • de vraag - de  vragen
  • Zin: Ik heb een moeilijke vraag voor jou.
  • Zin: De docent geeft antwoord op de vraag

Slide 9 - Slide

waar ?
  • op welke plaats 
  •  vraagwoord
  • Zin: Waar is mijn stoel?
  • Zin: Ik weet niet waar mijn sleutel is.

Slide 10 - Slide

waarom
  • om welke reden 
  • vraagwoord
  • zin: Waarom zijn de bananen krom?
  • zin: Waarom ben je te laat op school?

Slide 11 - Slide

wanneer
  • op welk moment ?
  • vraagwoord
  • zin: Wanneer ben jij jarig?
  • zin: Wanneer ga jij verhuizen?
  • zin: Ik weet wanneer ik een afspraak heb.

Slide 12 - Slide

welke
  • iets waar je al eerder over hebt gepraat
  •  vraagwoord
  • zin: In welke klas zit jij?
  • zin: Welke leerlingen zijn vandaag ziek?

Slide 13 - Slide

weten
  • kennis hebben 
  • werkwoord
  • ik weet - wij weten
  • zin: Wie weet het antwoord?
  • zin: Ik weet zeker dat de sleutel op tafel ligt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Pauze tot 10.30 u

Slide 16 - Slide

Sport

Slide 17 - Slide

Technisch lezen
  • woordwolk
  • Ralfi-lezen

Slide 18 - Slide

  • Apart
  • 8
  • Bijzonder
  • 10
  • Draaien
  • 15
  • Door
  • 4
  • Duren
  • 9
  • Eigenlijk
  • 6
  • Fiets
  • 12
  • Groep
  • 11 
timer
0:30

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Pauze tot 12.40 u

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide