Herh 6 c1

Welkom 4 mavo
Herhaling H6
Economie
Pincode
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 4 mavo
Herhaling H6
Economie
Pincode

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik
Huiswerk
Theorie
Overige tijd zelf leren

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Wat is een draagkrachtbeginsel?
- Wat betekent profijt en welke belasting hoort hierbij?
- Welke problemen veroorzaken belastingontduiking?

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Opdrachten van 6.4 = 

Slide 4 - Slide

Benoem twee voorbeelden van aftrekposten die je belastbaar inkomen verlagen.

Slide 5 - Open question

Wat betekent nivellering?
A
Het inkomensverschil wordt groter
B
Het inkomensverschil wordt kleiner
C
De belasting wordt lager
D
De belasting wordt progressief

Slide 6 - Quiz

Een ondernemer heeft een belastbaar inkomen van €90.000. Bereken de belasting in Box 1 als de tarieven als volgt zijn:

Schijf 1: Tot €68.508, 37,1%
Schijf 2: Boven €68.508, 49,5%

Slide 7 - Open question

Waarom wordt de AOW verhoogd?

Slide 8 - Open question

Wat is het draagkrachtbeginsel?
A
Je betaalt belasting op basis van hoeveel je verdient.
B
Je betaalt belasting naar verhouding van hoeveel je profiteert van voorzieningen.
C
Iedereen betaalt hetzelfde belastingtarief.
D
Het is een vast bedrag dat iedereen moet betalen.

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar:
De vermogensrendementsheffing wordt berekend over je volledige vermogen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen het eigenwoningforfait en de hypotheekrenteaftrek?

Slide 11 - Open question

Rekenen
Noah werkt als fysiotherapeut en heeft een belastbaar inkomen van € 75.000. Hij heeft recht op Arbeidskorting en algemene heffingskorting 4.100 euro.
Gebruik de volgende gegevens om de loonheffing te berekenen:
  • Belastbaar inkomen (€) Tot € 36.000  = 37%
  • Belastbaar inkomen (€) Vanaf € 36.001 =  49%

Vraag: Bereken hoeveel loonheffing Noah over het afgelopen jaar had moeten betalen.

Slide 12 - Slide

Wat hoort niet in Box 1?
A
Bijtelling auto van de zaak
B
Je verdiende jaarloon
C
Vakantiehuis
D
Eigenwoningforfait

Slide 13 - Quiz

Wat houdt het profijtbeginsel in?
A
Je betaalt belasting naar verhouding van je inkomen.
B
Iedereen betaalt hetzelfde bedrag aan belasting.
C
Je betaalt belasting op basis van je vermogen.
D
Je betaalt belasting voor voorzieningen waar je zelf gebruik van maakt.

Slide 14 - Quiz

Welke volgorde voer je uit om de belasting voor Box 3 te berekenen
Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Fictief rendement wordt berekend
Over je fictief rendement wordt belasting berekend
Je berekent je vermogen uit 
Je krijgt een heffingsvrij vermogen 

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide