Leesvaardigheid (argumentatiestructuren)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

voorkennis activeren
informeren
uitproberen
zelfstandig leren

Slide 2 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 3 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 4 - Slide

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 5 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 6 - Slide

Nevenschikkend
onafhankelijk (meervoudig)
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je meer inlevingsver-mogen.

Slide 7 - Slide

Nevenschikkend afhankelijk
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Ik verbrand heel snel.

Slide 8 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 9 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 10 - Slide

Combinatie

Slide 11 - Slide

1) Wat is het tekstdoel van deze tekst?

2) Geef de argumentatiestructuur op basis van deze tekst schematisch weer.

3) Welke twee tekstverbanden herken je in 
zin 1 van alinea 3?

Slide 12 - Slide

timer
15:00
Deze week:
H18 (vanaf pagina 74)
1, 2, 3, 5 en 6

H19 (vanaf pagina 78)
1, 2, 3, 4, 6 en 7





Slide 13 - Slide