Kinderboeken les 1

Goeiemiddag!
Allemaal even actief voor de laptop, van de bank af! 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goeiemiddag!
Allemaal even actief voor de laptop, van de bank af! 

Slide 1 - Slide

Hoe is de eerste week op de opleiding bevallen?

Slide 2 - Mind map

Mijn favoriete kinderboek.

Slide 3 - Slide

Planning 
Sprookjes
interactieve theorie over voorlezen
De opdracht 

Slide 4 - Slide

Lesdoel
Je weet wat het nut is van het voorlezen van een kinderboek. 

Slide 5 - Slide

Welke sprookjes ken je?

Slide 6 - Mind map

Heb je ooit gehoord van de originele sprookjes van de gebroeders Grimm?
Zo ja, welke?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Link

De gebroeders Grimm
Je weet nu hoe de originele sprookjes van de gebroeders Grimm eraan toe gingen. Zou je deze originele sprookjes kunnen voorlezen of gebruiken in de les op stage? 
Zo ja, waarom en hoe?
Zo nee, waarom niet? 
Maximaal vijf minuten om een antwoord te bedenken. 

Slide 9 - Slide

Zou je deze originele sprookjes kunnen voorlezen of gebruiken in de les op stage?

Slide 10 - Open question

Wat is voorlezen eigenlijk? 
Voorlezen: Een geschreven verhaal hardop lezen. Een voorlezer is gebonden aan de tekst op het papier. Geschreven taal klinkt anders dan gesproken taal en bevat meer moeilijke woorden. 

Zorg dat je het verhaal kent, wordt de verteller.

Slide 11 - Slide

Wat is het nut van het voorlezen van een kinderboek?

Slide 12 - Mind map

Wat is het nut van het voorlezen van een kinderboek? 
Het is zinvol voor de taalontwikkeling van kinderen en de uitbreiding van hun woordenschat. Dit geldt voor zowel jonge als oudere kinderen. 
Ze leren niet alleen nieuwe woorden, maar ook hoe een zin goed is opgebouwd. 

Slide 13 - Slide

Taalvaardigheid. 
Het aantal woorden dat een kind per uur ter horen krijgt is van invloed op de taalontwikkeling. Door dagelijks een kwartier voor te lezen, vergroot je de taalvaardigheid van de leerlingen. 
Taalvaardigheid: De mate waarin je een taal kunt spreken, lezen en schrijven. 

Slide 14 - Slide

Wat is het nut voorlezen?

Slide 15 - Open question

Opdracht 1
Zoek een jeugdboek waar je speciale herinneringen aan hebt.
  • Titel, auteur, illustrator, serie (eventueel)
  • Uitgeverij, jaar van uitgave, vertaling, oorspronkelijke titel.
  • Korte beschrijving inhoud van het boek.
  • Waarom is het boek bijzonder voor je?
  • Wat voor invloed had het boek op je?
  • Presenteren.

Slide 16 - Slide

Opdracht 2
  • Je stelt een map samen met 9 kinderboeken.
  • Elke schrijver komt maar 1x voor.
  • Je verdeelt de boeken over drie thema's: per thema drie boeken.
  • Per thema heb je een boek voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw.
  • Per boek geef je op correcte wijze de schrijver, de titel, jaar van uitgifte, uitgever en illustrator weer.
  • Voorblad, overzichtelijke lay-out. 

Slide 17 - Slide

De opdracht
Zijn er op dit moment nog vragen over de opdracht? 

Slide 18 - Slide

Wat vinden jullie van deze vorm van digitaal onderwijs?

Slide 19 - Mind map

Tot volgende week! 

Slide 20 - Slide