Semana 49 Año 2 HL La hora

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

¡BIENVENIDOS!

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...repaso los números 0-100 herhaal ik de getallen 0-100

2. ...aprendo a decir la hora leer ik zeggen hoe laat het is

Repaso números Herhaling getallen

Hablar de la hora Praten over de tijd

¿En qué situaciones necesitas saber hablar de la hora?

Beeld je eens in: in elke situaties is het belangrijk dat je kunt praten over de tijd? Dus eigenlijk klokkijken in het Spaans?

quedar con amigos afspreken met 

vrienden

hablar de tu horario praten over je rooster

Son las / Es la Het is...

Es la gebruik je als daarachter 'una' komt. 

> 13:15 Es la una y cuarto.

> 12:55 Es la una menos cinco.

Anders gebruik je Son las.

> 12:30 Son las doce y media. 

> 16:58 Son las cinco menos dos.

A las / A la Om...

A la gebruik je als daarachter 'una' komt.

> A la una tengo clase de Inglés.

> A la una y media salgo del colegio.

Anders gebruik je A las.

> A las nueve y media tengo Español.

> A las seis en punto cenamos*.

* cenar  = avondeten

Las partes del día De dagdelen

- Son las seis de la mañana. (6.00, dus ochtend)

- Son las tres de la tarde. (15.00, dus middag)

- Son las diez de la noche. (22.00, dus avond)

12.00 = Es mediodía.

00.00 = Es medianoche.

Deberes Huiswerk

- haced y corregid: LE p 55 ejs 1, 2, 3

- estudiad: LT p 171 (gramática)

- ved: https://youtu.be/aGsURb9GiCM

- estudiad: LT p 201/202 (vocabulario)

¡Hasta luego!

¡BIENVENIDOS!

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ... repaso la hora herhaal ik de kloktijden

2. ... practico con hablar y escribir la hora oefen ik met praten en schrijven van de kloktijden 

Het is zeven uur 's ochtends.

Hoe laat is het?

Om 1 uur heb ik pauze (=recreo).

'A la(s)' gebruik je om te zeggen hoe laat het nu is. 'Es/son la(s)' gebruik je om te zeggen wanneer iets is.

1. waar
2. niet waar

a las nueve menos veintitrés

1. het is 8:37
2. het is 9:23
3. om 8:37
4. om 9:23

¡A practicar! Oefenen maar!

LT p. 82/83

- Escuchad los diálogos. Luister naar de gesprekjes.

- Escribe en tu cuaderno los números con las letras. Noteer in je schrift de nummers met de letters (bv. gesprekje 1 = a, 2= b etc)

Maak daarna het stencil met de kloktijden.

¡A practicar! Oefenen maar!

• LE p. 91   In 2-tallen: vouw de bladzijde dubbel en voer het gesprekje!                         

• Maak een zin met een kloktijd en een vorm van hacer in je cuaderno.

              Bv.     A las diez de la mañana hago un pastel.                                                                

• Maak een zin met een kloktijd en een vorm van ir in je cuaderno                               Bv.    A las ocho de la noche vamos a un restaurante. 

Deberes Huiswerk

- estudiad: La hora (aantekening kloktijden)

- estudiad: LT p 201-203 (vocabulario Unidad 7)

¡Hasta luego!