2.1 Elektrische stroom

omrekenen van ampere.
1 A = ......... mA
A
10 mA
B
100 mA
C
1000 mA
D
0,1 mA
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

omrekenen van ampere.
1 A = ......... mA
A
10 mA
B
100 mA
C
1000 mA
D
0,1 mA

Slide 1 - Quiz

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 2 - Quiz

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA

Slide 3 - Quiz

Opdracht stroomsterkte

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

gesloten stroomkring

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Gesloten stroomkring
Als je een lamp aandrukt, geeft deze licht. Dit komt doordat deze een gesloten stroomkring heeft. De spanning kan dan van de plus naar de min pool stromen.

Slide 10 - Slide

Stroomsterkte meet je met een Ampère meter.
Ampèremeter staat in serie
Aantekekening

Slide 11 - Slide

Serieschakeling
Alles staat met elkaar verbonden.
Gaat de batterij uit => alle lampjes uit
Stroomsterkte is overal gelijk!
Spanning verdeeld zich over twee lampjes!

Slide 12 - Slide

In een serieschakelaar kan de stroom maar één richting op. De stroomsterkte is daardoor overal even groot.

Slide 13 - Slide

Je ziet; stroomsterkte is overal gelijk
Spanning verdeeld zich gelijk over de lampjes
Aantekening

Slide 14 - Slide

Hoeveel spanning heeft elke lamp?
Er gaat in totaal 84 Volt doorheen. Er zijn 7 lampjes.
84 Volt / 7 lampjes = 12 volt voor elk lampje!

Slide 15 - Slide

Volt meet je met een voltmeter
Voltmeter staat parallel
Aantekening

Slide 16 - Slide

Parallelschakeling
Er zijn vertakkingen
Elke lamp/apparaat kan je apart aan en uitzetten
Stroomsterkte verdeeld zich over de lampjes
De spanning is overal gelijk

Slide 17 - Slide

Parallelschakeling
Er komt 12V uit de batterij en die komt bij elke lamp aan = spanning is gelijk!
De stroomsterkte verdeeld zich!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Maak een serieschakeling met daarin een batterij, twee lampjes en een schakelaar

Slide 21 - Open question

Maak een parallelschakeling met drie lampjes, een batterij en een voltmeter over het eerste lampje.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

ohm
volt
ampere
(V)
(A)
(Ω)
Weerstand
Spanning
stroomsterkte

Slide 24 - Drag question


A
Stroomsterkte
B
Spanningsmeter

Slide 25 - Quiz