This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
omrekenen van ampere. 1 A = ......... mA
A
10 mA
B
100 mA
C
1000 mA
D
0,1 mA
Slide 1 - Quiz
Omrekenen van ampere 10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A
Slide 2 - Quiz
Omrekenen van ampere 7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA
Slide 3 - Quiz
Opdracht stroomsterkte
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
gesloten stroomkring
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Gesloten stroomkring
Als je een lamp aandrukt, geeft deze licht. Dit komt doordat deze een gesloten stroomkring heeft. De spanning kan dan van de plus naar de min pool stromen.
Slide 10 - Slide
Stroomsterkte meet je met een Ampère meter.
Ampèremeter staat in serie
Aantekekening
Slide 11 - Slide
Serieschakeling
Alles staat met elkaar verbonden.
Gaat de batterij uit => alle lampjes uit
Stroomsterkte is overal gelijk!
Spanning verdeeld zich over twee lampjes!
Slide 12 - Slide
In een serieschakelaar kan de stroom maar één richting op. De stroomsterkte is daardoor overal even groot.
Slide 13 - Slide
Je ziet; stroomsterkte is overal gelijk
Spanning verdeeld zich gelijk over de lampjes
Aantekening
Slide 14 - Slide
Hoeveel spanning heeft elke lamp?
Er gaat in totaal 84 Volt doorheen. Er zijn 7 lampjes.
84 Volt / 7 lampjes = 12 volt voor elk lampje!
Slide 15 - Slide
Volt meet je met een voltmeter
Voltmeter staat parallel
Aantekening
Slide 16 - Slide
Parallelschakeling
Er zijn vertakkingen
Elke lamp/apparaat kan je apart aan en uitzetten
Stroomsterkte verdeeld zich over de lampjes
De spanning is overal gelijk
Slide 17 - Slide
Parallelschakeling
Er komt 12V uit de batterij en die komt bij elke lamp aan = spanning is gelijk!
De stroomsterkte verdeeld zich!
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Maak een serieschakeling met daarin een batterij, twee lampjes en een schakelaar
Slide 21 - Open question
Maak een parallelschakeling met drie lampjes, een batterij en een voltmeter over het eerste lampje.