adjectif et adverbe

Adjectif ou adverbe ?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Adjectif ou adverbe ?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:

  • weten wat een adjectif en een adverbe is
  • uitleggen hoe je een adjectif en adverbe maakt en gebruikt
  • oefenen met adjectif en adverbe

Slide 2 - Slide

Adjectif #1
Het adjectif  past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waarop het adjectif  terugslaat.

Slide 3 - Slide

uitzonderingen in vorming mannelijk, eindigend op:
-f                      (actif)
-x                      (heureux)
-c                      (blanc)
-el                     (cruel)
-en                    (européen)
-i                        (favori)
-on                    (bon)
uitzonderingen in vorming
wordt in vrouwelijk:
-ve                   (active)
-se                   (heureuse)
-che                (blanche)
-elle                (cruelle)
-enne             (européenne)
-ite                  (favorite)
-onne             (bonne)

Slide 4 - Slide

bijzondere gevallen
m                !!!             v                 mmv           vmv      
beau         bel           belle         beaux         belles
vieux         vieil        vieille        vieux           vielles     
nouveau  nouvel  nouvelle  nouveaux nouvelles
                !!! = mannelijk, enkelvoud, klinkerbotsing

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 6 - Quiz

le nouvel appartement
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

La _____ crème _____ (vers/ fris = frais)
A
la frais crème
B
la crème frais
C
la fraîche crème
D
la crème fraîche

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
J'adore les jupes ______________ (bleu)> tip: la jupe!
A
bleus
B
bleues
C
bleu
D
bleue

Slide 9 - Quiz

Règle générale: -MENT
Féminin de l'adjectif + MENT
Exemples
Masculin: long -> féminin: longue -> adverbe: longuement 
Masculin: clair -> féminin: claire -> adverbe: clairement
Masculin: attentif ->minin: attentive -> adverbe: attentivement 
Masculin: public -> féminin: publique -> adverbe: publiquement
Masculin: léger -> féminin: légère -> adverbe: légèrement
 

Slide 10 - Slide

Adverbes 

Abondant --> Abondamment

Slide 11 - Slide

Adverbes 

Étrange --> Étrangement

Slide 12 - Slide

Adverbe ou adjectif ?
Adjectif : bon / bonne = adverbe : bien;

Adjectif : meilleur / meilleure = adverbe = mieux

Slide 13 - Slide

l'adverbe
Geef het bijwoord voor:
mauvais
bon
long
intelligent
gentil

Slide 14 - Slide

l'adverbe: corrigé
Geef het bijwoord voor:
mauvais - mal
bon - bien
long - longtemps
intelligent - intelligemment
gentil - gentiment

Slide 15 - Slide

....., ils m'ont noté
A
évidemment
B
évident

Slide 16 - Quiz