Programma 14-1-2025

Dinsdag 14 januari 2025
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 14 januari 2025

Slide 1 - Slide

Hoe ziet vandaag eruit?
08:35 uur (1e uur): Nederlands 
  • Programma vandaag
  • Dagopening
  • Lowan thema 2 woorden dag 1 & 2

09:25 uur (2e uur): Nederlands
  • Herhalen lowan thema 1 woorden
  • Leesboekje thema 1 grammatica

PAUZE 10:15 uur tot 10:30 uur
 




10:30 uur (3e uur): Nederlands
  • Ster in lezen
  • Ster in schrijven


11:20 uur (4e uur): Nederlands
  • Taalcompleet maken
  • Thema 2 werkboekje dag 1
          - Ubeida, Base, Vlad, Mohamed en                     Vitalii






Slide 2 - Slide

  • Donderdag 16 januari geen school
  • Maandag 20 januari geen Nederlands
Mededelingen
Voorjaarsvakantie: 
17 februari t/m 21 februari

Slide 3 - Slide

Dagopening
Starten van de dag

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

onweerstaanbaar

  • непереборний
  • karşı konulamaz
  • لا يقاوم
  • irrésistible

Slide 6 - Slide

Je kan zelf onweerstaanbaar willen zijn.

  • Можливо, ви самі захочете бути чарівним.
  • Siz de karşı konulmaz olmak isteyebilirsiniz.
  • ربما تريد أن تكون شخصًا لا يقاوم بنفسك.
  • Vous voudrez peut-être être vous-même irrésistible.

Slide 7 - Slide

Vooral veel jongeren denken dat ze perfect eruit moeten zien.

  • Особливо багато молодих людей вважають, що вони повинні виглядати ідеально.
  • Özellikle gençlerin birçoğu kusursuz görünmeleri gerektiğini düşünüyor.
  • يعتقد الكثير من الشباب على وجه الخصوص أن عليهم أن يظهروا بمظهر مثالي.
  • Beaucoup de jeunes en particulier pensent qu’ils doivent avoir une apparence parfaite.

Slide 8 - Slide

We kijken vaak naar anderen en willen daarop lijken.

  • Ми часто дивимося на інших і хочемо бути схожими на них.
  • Çoğu zaman başkalarına bakarız ve onlar gibi olmak isteriz.
  • نحن في كثير من الأحيان ننظر إلى الآخرين ونريد أن نكون مثلهم.
  • Nous regardons souvent les autres et voulons être comme eux.

Slide 9 - Slide

Iedereen heeft wel iemand op wie je wilt lijken.

  • У кожного є хтось, на кого він хоче бути схожим.
  • Herkesin benzemek istediği birileri vardır.
  • كل شخص لديه شخص يريد أن يكون مثله.
  • Tout le monde a quelqu’un à qui il aimerait ressembler.

Slide 10 - Slide

Een ideaalbeeld hoe je wilt zijn of wat je wil kunnen of hebben.

  • Ідеальний образ того, яким ви хочете бути або що ви хочете вміти робити чи мати.
  • Nasıl olmak istediğinize veya ne yapabilmek veya sahip olmak istediğinize dair ideal bir görüntü.
  • صورة مثالية لكيفية رغبتك في أن تكون أو ما تريد أن تكون قادرًا على فعله أو امتلاكه.
  • Une image idéale de ce que vous voulez être ou de ce que vous voulez pouvoir faire ou avoir.

Slide 11 - Slide

Schrijf in je schrift:
Antwoorden in Nederlands.
Je mag Google-Translate gebruiken.

1. Op wie wil je lijken

  • на кого ти хочеш бути схожим?
  • Kime benzemek istiyorsun?
  • من تريد أن تبدو مثله؟
  • À qui veux-tu ressembler ?

Slide 12 - Slide

Schrijf in je schrift:
2. Op wie wilde je een paar jaar geleden lijken?

  • На кого ти хотів бути схожим кілька років тому?
  • Birkaç yıl önce kime benzemek istiyordun?
  • من كنت تريد أن تبدو مثله قبل بضع سنوات؟
  • À qui vouliez-vous ressembler il y a quelques années ?

Slide 13 - Slide

Schrijf in je schrift:
3. Wat zou je ervan vinden als iemand juist op jou zou willen lijken?

  • Що б ви відчували, якби хтось хотів бути таким же, як ви?
  • Birisi sizin gibi olmak isteseydi nasıl hissederdiniz?
  • كيف ستشعر إذا أراد شخص أن يكون مثلك تمامًا؟
  • Que ressentiriez-vous si quelqu’un voulait être comme vous ?

Slide 14 - Slide

Schrijf in je schrift:
Klaar? 
Geef je schrift aan de docent. 

Wacht tot iedereen klaar is. 


Slide 15 - Slide

  1. Je krijgt één woord. 
  2. Je moet dit woord beschrijven.

  • Voorbeeld van beschrijven: 
                 Het woord is: appel.
                 Beschrijving: het is rond, je kan het eten, het is                        rood of groen, het is zoet, het groeit aan een                          boom.
LOWAN thema 2 woorden dag 1

Slide 16 - Slide

  1. Eerst beschrijven zonder Google-Translate. 3 minuten
  2. Nu mag je Google-Translate gebruiken. 2 minuten

Zet je beschrijving in deze LessonUp.

Iedereen klaar? Woorden raden! 
LOWAN thema 2 woorden dag 1

Slide 17 - Slide

Vul hier je beschrijving in.

Slide 18 - Open question

de lip
het haar
het oor
de neus
het oog
de kin
het hoofd

Slide 19 - Drag question

de wang
de mond
het voorhoofd
de wimper
de wenkbrauw
het gezicht

Slide 20 - Drag question

Begrijpend lezen
  1. Lees de tekst op het werkblad (samen)
  2. Lees de tekst nog een keer alleen.

Maak de vragen over de tekst. 

Klaar: werk in Stenvert of oefenen.nl



Slide 21 - Slide

1. Verbeter de fouten.

2. Maak alle opdrachten voordat je met een nieuwe les begint.

3. Maak de lessen tot en met:
  • Les 2.4 Ik ben vrij
  • Bladzijde 56 t/m 61
  • Stop na bladzijde 61

Maak eerdere lessen af! 

1. Ster in schrijven
1. Verbeter de fouten.

2. Maak alle opdrachten voor
je met een nieuwe les begint.

3. Maak de lessen tot en met:
  • Les 2.3 Ik doe mee
  • Bladzijde 39 t/m 43
  • Stop na bladzijde 43

Klaar? Maak Ster in Lezen.
2. Ster in lezen

Slide 22 - Slide

Werk verder in TaalCompleet:
  • Ga verder waar je gebleven bent.

Thema 2 werkboekje dag 1
  • Ubeida, Base, Vlad, Mohamed en Vitalii
  • Maak het werkboekje van dag 1.

                            Klaar met werkboekje? 
                                    - Maak Quizlet thema 2 woorden dag 1
                                    - Oefen de LessonUp thema 2 woorden dag 1

TaalCompleet

Slide 23 - Slide

Werk verder in TaalCompleet:

Stap 1: verbeter de briefjes

Stap 2: werk verder
  • Boekopdrachten 1.1
  • Online opdrachten 1.1
  • Boekopdrachten 1.2
  • Online opdrachten 1.2
  • Boekopdrachten 1.3
  • Online opdrachten 1.3

TaalCompleet
Maak het werkboekje:

Maak alle opdrachten.

Je mag geen Google-Translate gebruiken. 

Vragen? Vraag je docent.

Klaar? Quizlet en LessonUp

Slide 24 - Slide

  1. Ga naar Teams
  2. Ga naar Nederlands -> berichten
  3. Scrol naar thema 2
  4. Oefen de woorden van dag 1
LOWAN thema 2 woorden dag 1
timer
15:00

Slide 25 - Slide

LOWAN thema 1 woorden 

Slide 26 - Slide

Een goed begin 
Ga naar les 5A Het lichaam (blz 54)

Alleen
  • Luister naar opdracht 1.
  • Maak opdracht 1 en 2.

Samen:
  • Opdracht 3.

Alleen
  • Maak opdracht 4.
Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 27 - Slide

Een goed begin 
Ga naar les 5B Bij de huisarts (blz 56)

Samen
  • Tip 11: huisarts / ziekenhuis

Alleen
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 5

Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet
Samen
  • Opdracht 6 
  • Opdracht 7

     Op los papier.

Slide 28 - Slide

Een goed begin 
Ga naar les 5C Wat kan ik voor u doen? (blz 58)

Samen
  • Tip 12: apotheek / specialist

Alleen
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 5
  • Opdracht 6

Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 29 - Slide

Een goed begin 
Samen nakijken.

  • Les 5A
  • Les 5B
  • Les 5C
Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 30 - Slide

Je krijgt 40 minuten voor de toets.
Zet je naam op de toets!

Het is stil totdat iedereen klaar is! 


              Klaar met de toets?
                     - Werk in 'Een goed begin'
Toets thema 8: de seizoenen

Slide 31 - Slide

Een goed begin les 
Stap 1
  • Fouten verbeteren (zie briefjes)
  • Hoofdstuk 1, 2 en 3 afmaken

Stap 2
  • Hoofdstuk 5 maken

Slide 32 - Slide

  1. Ga naar klaargezet voor jou.
Oefenen.nl

Slide 33 - Slide

Aan de slag! 
Ga verder met waar je gebleven bent met klanken leren.

Klanken leren klaar?             Taalklas.nl 1
Oefenen.nl
Heb je een vraag, steek dan je hand omhoog!
20 minuten

Slide 34 - Slide

Klokkijken

Slide 35 - Slide

Klokkijken

Slide 36 - Slide