2.2 Op klompen in het water & 2.3 Ruimte voor de rivier
2.2 Op klompen in het water
2.3 Ruimte voor de rivier
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.2 Op klompen in het water
2.3 Ruimte voor de rivier
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Leerdoelen 2.1
Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied
Je kunt uitleggen hoe die eigenschappen de waterafvoer beïnvloeden
Je weet welke gevolgen ruimtelijke aanpassingen in de rivieren hebben gehad voor de waterafvoer en bevaarbaarheid.
Slide 3 - Slide
Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel
Slide 4 - Drag question
Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval
verhang
middenloop
benedenloop
dwarsprofiel
Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding
Slide 5 - Drag question
Leerdoelen 2.2
Je kunt beschrijven welke omstandigheden de waterafvoer van een rivier bepalen.
Je kunt voorspellen door welke factoren de waterafvoer van onze rivieren zal veranderen.
Je kunt gevolgen van de grotere extremen in de waterafvoer van de rivier beschrijven en verklaren.
Slide 6 - Slide
Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?
Slide 7 - Slide
Vertragingstijd
Regenval
Water in de rivier.
Invloed op de piekafvoer.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
-> kortere vertragingstijd en piekafvoer
Slide 10 - Slide
absolute zeespiegelstijging
Bodemdaling
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 11 - Drag question
Amersfoort aan zee wordt regelmatig gebruikt om de toekomst van Nederland te beschrijven. Waarom?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Leerdoelen 2.3
Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren.
Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd.
Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt.
Slide 17 - Slide
Atlaskaarten
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Drietrapsstrategie
Slide 22 - Slide
Ruimte voor de Rivier
Slide 23 - Slide
https:
Slide 24 - Link
Het grote plaatje
Slide 25 - Slide
Wat dan wel?
Beleid "Ruimte voor de Rivier"
Vier doelstellingen
1. Verlagen overstromingsrisico
2. Verbeteren leefbaarheid
3. Versterken van de landbouw
4. Verbeteren natuur
Slide 26 - Slide
Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.
Slide 27 - Slide
Binnendijkse maatregelen
Retentiebekken
Een binnendijks omdijkt gebied waarin bij hoogwater tijdelijk water opgeslagen kan worden
Noodoverloopgebied: Polder Noordwaard in de Biesbosch
Aan het Nationaal Park De Biesbosch grenst de polder Noordwaard. Dit landbouwgebied is in de afgelopen jaren deels ontpolderd (figuur 2.28). Delen van dijken zijn afgegraven waardoor het gebied enkele keren per jaar onder water staat, vooral in de wintermaanden.
Hoogwatergeul
Zeer ingrijpend is de aanleg van een nieuwe rivierloop buiten het winterbed, dus in het binnendijkse land. Zo’n hoogwatergeul ligt tussen twee speciaal voor dit doel gebouwde hoge dijken of hogere gronden in en maakt alleen bij hoogwater deel uit van de rivier
Slide 28 - Slide
https:
Slide 29 - Link
Slide 30 - Video
Welke maatregelen uit Ruimte voor de Rivier zijn in de IJsseldelta genomen?
Slide 31 - Open question
Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen.
Slide 32 - Slide
De Ooijpolder werd een van de meest geschikte gebieden gevonden als noodoverloopgebied. Geef twee argumenten waarom juist de Ooijpolder geschikt werd gevonden.
Slide 33 - Open question
Leerdoelen 2.2
Je kunt beschrijven welke omstandigheden de waterafvoer van een rivier bepalen.
Je kunt voorspellen door welke factoren de waterafvoer van onze rivieren zal veranderen.
Je kunt gevolgen van de grotere extremen in de waterafvoer van de rivier beschrijven en verklaren.
Slide 34 - Slide
Leerdoelen 2.3
Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren.
Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd.
Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt.
Slide 35 - Slide
Leerdoelen 2.3
Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren.
Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd.
Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt.