3H - Lezen H2

Welkom!
3 havo
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
3 havo

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
12:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog van vorige week?
  • Theorie Lezen H2

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan verschillende vaste tekststructuren herkennen.
  • Ik kan de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.



Slide 4 - Slide

Bij welke structuur past een oorzakelijk en redengevend verband?

Slide 5 - Open question

Gevolgen (waardoor is het een probleem)?
Wat merk je ervan?
Oorzaken
Oplossingen

Bij welke structuur passen deze onderdelen uit het middenstuk van een tekst?
A
verleden/heden structuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
verklaringsstructuur

Slide 6 - Quiz

In welk deel van de tekst staat de conclusie?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 7 - Quiz

Tekstverband
Uitleg
Signaalwoorden
chronologisch verband
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
vroeger, later, nu eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort; ook jaartallen en data 
concluderend verband
Er wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst. 
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
doel-middelverband
Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
oorzakelijk verband
Laat zien waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil)
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 8 - Slide

Tekstverband
Uitleg
Signaalwoorden
redengevend verband
Geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
samenvattend verband
Er wordt een verkorte weergave van informatie uit de teksten gegeven.
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
toelichtend verband
Er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
vergelijkend verband
Laat een verschil of overeenkomst zien. 
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals - ook de vergrotende trap: meer/groter/beter enz. dan

Slide 9 - Slide

Lezen H2 - Vaste tekststructuren (2)
Bij de tekstverbanden kijk je naar de verbanden tussen zinnen en alinea's. Je kunt ook kijken naar de gehele tekst: de tekststructuur. 

Slide 10 - Slide

Lezen H2 - Vaste tekststructuren (2)
De meeste teksten hebben een inleiding, middenstuk en een slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur:
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag-antwoordstructuur




Slide 11 - Slide

Filmpje
tekststructuren 2

Slide 12 - Slide

argumentatiestructuur
inleiding
stelling / standpunt (eventueel in vraagvorm)
middenstuk
argumenten voor de stelling 
argumenten tegen (met weerlegging)
slot
herhaling stelling (en evt. argumenten)

Slide 13 - Slide

aspectenstructuur
inleiding
onderwerp
middenstuk
aspecten van het onderwerp
slot
soms een samenvatting

Slide 14 - Slide

voor- en nadelenstructuur
inleiding
vraag of stelling
middenstuk
voor- en nadelen
slot
afweging en conclusie

Slide 15 - Slide

vraag-antwoordstructuur
inleiding
vraag 
middenstuk
antwoord(en)
slot
samenvatting of conclusie
of antwoord op de vraag

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
  • Lezen H2: opdr. 1 , 2 en 4

Klaar?
Lezen uit je leesboek 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide