3H - Lezen H2

Welkom!
3 havo
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
3 havo

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog van vorige week?
  • Theorie Lezen H1
  • Bijbehorende opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan verschillende vaste tekststructuren herkennen.
  • Ik kan de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.



Slide 4 - Slide

Huiswerk
Woensdag 27 september : 

Lezen H2: opdr. 1 af
-Kernzinnen aanstrepen in het boek
-Opdracht mag digitaal

Leesboek mee!

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen het oorzakelijk en redengevend verband?

Slide 6 - Open question

Noem een paar signaalwoorden die passen bij het volgende tekstverband: doel-middel

Slide 7 - Open question

Wat is het verschil tussen een opsomming en een conclusie?

Slide 8 - Open question

Benoem wat er in de inleiding, het middenstuk en het slot zit bij een tekst met een verklaringsstructuur.

Slide 9 - Open question

Tekstverband
Uitleg
Signaalwoorden
chronologisch verband
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
vroeger, later, nu eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort; ook jaartallen en data 
concluderend verband
Er wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie in de tekst. 
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
doel-middelverband
Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
oorzakelijk verband
Laat zien waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil)
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 10 - Slide

Tekstverband
Uitleg
Signaalwoorden
redengevend verband
Geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
samenvattend verband
Er wordt een verkorte weergave van informatie uit de teksten gegeven.
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
toelichtend verband
Er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
vergelijkend verband
Laat een verschil of overeenkomst zien. 
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals - ook de vergrotende trap: meer/groter/beter enz. dan

Slide 11 - Slide

Lezen H2 - Vaste tekststructuren (2)
Bij de tekstverbanden kijk je naar de verbanden tussen zinnen en alinea's. Je kunt ook kijken naar de gehele tekst: de tekststructuur. 

Slide 12 - Slide

Lezen H2 - Vaste tekststructuren (2)
De meeste teksten hebben een inleiding, middenstuk en een slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur:
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag-antwoordstructuur

Zie blz. 44 / 45 voor uitleg


Slide 13 - Slide

argumentatiestructuur
inleiding
stelling / standpunt (eventueel in vraagvorm)
middenstuk
argumenten voor de stelling 
argumenten tegen (met weerlegging)
slot
herhaling stelling (en evt. argumenten)

Slide 14 - Slide

aspectenstructuur
inleiding
onderwerp
middenstuk
aspecten van het onderwerp
slot
soms een samenvatting

Slide 15 - Slide

voor- en nadelenstructuur
inleiding
vraag of stelling
middenstuk
voor- en nadelen
slot
afweging en conclusie

Slide 16 - Slide

vraag-antwoordstructuur
inleiding
vraag 
middenstuk
antwoord(en)
slot
samenvatting of conclusie

Slide 17 - Slide


Ik snap het! Ik wil graag zelf oefenen.
Ik vind het nog lastig. Ik wil graag samen oefenen.

Slide 18 - Poll

Aan de slag!
  • Lezen H2: opdr. 1 

Klaar?
Lezen uit je leesboek of leer de theorie

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Maandag 27 september: 
Lezen H1: opdr. 1, 2 en 4 af 
Uit het boek!

Leesboek mee!

Slide 20 - Slide