This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Toets hoofdstuk 6
Belangrijk:
- Jullie hebben 45 minuten de tijd.
- Je kan niet terug na de vorige vraag.
- Cijfer komt in Magister, weging 0.
Succes!
Slide 1 - Slide
Herhaling H6 Bewegingsenergie
Benodigheden
- Pen, potlood, schrift
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 2 - Slide
Hoe denk jij je Herhaling te gaan maken? 0 is heel slecht, 100 is alles goed.
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Slide
Mads zegt: Als de afstand tot een geluidsbron twee maal zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 6 dB af.
Tigo zegt: Als het aantal geluidsbronnen verdubbelt neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads & Tigo
D
Geen van beiden
Slide 5 - Quiz
De truc van het bouwen van een stevige constructie met zo weinig mogelijk materiaal, zit hem in het maken van vormvaste figuren.
Welke vorm is vormvast?
A
B
C
D
Zowel A, B als C is vormvast.
Slide 6 - Quiz
Jasper heeft een serieus probleem, zijn auto wilt niet starten. Er zit niets anders op dan de auto aan te duwen, Jasper duwt de auto aan met een kracht van 750N.
Sleep de juiste vector naar sleepdoel 1 of 2.
Slide 7 - Drag question
1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.
Slide 8 - Drag question
Jasper heeft een serieus probleem, zijn auto wilt niet starten. Er zit niets anders op dan de auto aan te duwen, Jasper duwt de auto aan met een kracht van 750N.
Krijgt hij de auto van zijn plek? Kies het beste antwoord.
A
Nee, de wrijvingskracht is groter dan de duwkracht.
B
Nee, de nettokracht is 150 naar links. De auto zal dus stil blijven staan.
C
Ja, de nettokracht is 150 naar rechts. De auto zal dus naar voren bewegen.
D
Ja, de wrijvingskracht is groter dan de duwkracht.
Slide 9 - Quiz
Op de auto van Jasper werkt een zwaartekracht van 9 000 N.
Deze kracht wordt over de vier wielen verdeeld op het wegdek.
Een band heeft een contactoppervlak van 200 cm2 met het wegdek.
Bereken de druk onder één band in N/cm2.
Slide 10 - Open question
Tom heeft een massa van 65 kg. Het oppervlakte van zijn schoenen is 128 cm2. Bereken de druk onder de voeten van Tom.
Slide 11 - Open question
Mads zegt: Een kracht kan de snelheid, richting en vorm van een voorwerp veranderen.
Tigo zegt: Kracht is een uitwerking van bewegingsenergie.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads en Tigo
D
Geen van beiden
Slide 12 - Quiz
Op een man werkt een Fz van 800N.
Wat is het gewicht van deze man?
A
800 N
B
81,5 N
C
81,5 kg
D
800 kg
Slide 13 - Quiz
Juna fiets naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 750 Newton (N) op haar.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek. Er blijven antwoorden over.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
750
snelheid
Beweging
Slide 14 - Drag question
Job en Milan doen een experiment. Ze gaan bepalen hoeveel zwaartekracht er werkt op een voorwerp van ongeveer 1 kg.
Welke Newtonmeter kunnen ze het beste gebruiken?
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
Jasper heeft wederom een probleem. Hij heeft een lekke band.
Wanneer is de druk onder een band groter?
Onder een volle band, of onder een lege band?
Geef een korte uitleg bij jouw antwoord.
Slide 16 - Open question
Bereken het oppervlakte van de volgende figuren.
Kies voor elk plaatje 1 antwoord.
1808 mm2
18,08 mm2
75 mm2
90 000 000 km2
9 km2
90 000 000 m2
150 544 m2
150 km2
15,05 m2
Slide 17 - Drag question
Wat is geen voorbeeld van een geluidsbron?
A
Een hamer waarmee gewerkt wordt.
B
Een piano.
C
Een tafel die verschoven wordt.
D
Een potloot.
Slide 18 - Quiz
Geluid gaat altijd door een tussenstof. Deze tussenstof kan vast, vloeibaar of gas zijn. Sleep de onderstaande stoffen naar het juiste sleepvlak.
Tip: Gebruik je bijlage boek.
Ga uit van de fase bij kamertemperatuur.
Lucht
Alcohol
Koolstofdioxide
Nikkel
Water
Methaan
Slide 19 - Drag question
Juna zegt: Voor geluid heb je 3 zaken nodig, geluidsbron, geluidsgolf en ontvanger.
Nova zegt: Een geluidsbron moet kunnen bewegen want een geluidsgolf is een vorm van bewegingsenergie.
Wie heeft er gelijk?
A
Juna
B
Nova
C
Juna en Nova
D
Geen van beiden
Slide 20 - Quiz
Bereken de geluidssterkte van 4 violen op een afstand van 1 meter.
gebruik je bijlageboek
Slide 21 - Open question
Bereken hoe ver je minimaal van een speaker bij een rockconcert af moet staan om de pijngrens (bijlage 8) niet te halen? Geef ook je berekening.
gebruik je bijlageboek
Slide 22 - Open question
Het zit erop ...
Slide 23 - Slide
De herhaling is nu klaar, hoe Heb je het gedaan ? 0 is heel slecht, 100 is alles goed.