This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Toets hoofdstuk 6 TL/havo
Belangrijk:
- Jullie hebben 45 minuten de tijd.
- Je kunt niet terug naar de vorige vraag.
- Cijfer komt in Magister, weging 3
- Toets bestaat uit 20 vragen waar je in totaal 42 punten voor kunt krijgen.
- Je maakt alle vragen
Succes!
Slide 1 - Slide
Welke uitwerking kan een kracht hebben?
A
Een voorwerp van vorm veranderen.
B
Een voorwerp van richting laten veranderen.
C
De snelheid van een voorwerp beïnvloeden.
D
Zowel de vorm, richting en snelheid van een voorwerp laten veranderen.
Slide 2 - Quiz
Mads zegt: Als de afstand tot een geluidsbron twee maal zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB af.
Tigo zegt: Als het aantal geluidsbronnen verdubbelt neemt de geluidssterkte met 6 dB toe.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads & Tigo
D
Geen van beiden
Slide 3 - Quiz
Welke vorm(en) vind je vaak terug bij een brug?
A
B
C
D
Zowel A, B als C
Slide 4 - Quiz
Op de auto in de afbeelding werkt een zwaartekracht van 750N.
Met welke vector kun je dit in de afbeelding laten zien? Op welke plek werkt de kracht?
Sleep de juiste vector naar sleepdoel 1, 2 of 3.
1 cm = 250 N
Let op: Je hoeft dus maar 1 vecor naar 1 sleepdoel te slepen.
Slide 5 - Drag question
Nik zit op de fiets, het waait hard waardoor hij hard moet trappen om vooruit te komen. De blauwe pijl geeft de trapkracht aan, de rode de windkracht. In welke tekening gaat Nik steeds harder?
A
B
C
Slide 6 - Quiz
Bereken de zwaartekracht op een voetbal van 0,2 kg.
Slide 7 - Open question
Freek oefent een kracht op de grond uit van 560 N. De oppervlakte van zijn voeten is in totaal 60 cm2.
Wat is de druk die Freek uitoefent op de grond?
Slide 8 - Open question
De bulldozer hiernaast heeft een massa van 12 000 kg. De zwaartekracht van de bulldozer wordt door de rupsbanden verdeeld over een oppervlak van 4,2 m2. Dit is gelijk aan 42 000 cm2.
Bereken de druk onder de bulldozer.
Slide 9 - Open question
Sleep de juiste antwoorden naar de som.
a. 2500 N = kN
b. 200 mJ= J
c. 500 Pa= hPa
d. 5,86 m2 = mm2
e. 3,4 N = dN
Er blijven antwoorden over!
34
58600
20
5
50000
2,5
0,2
3,4
5860000
586000
Slide 10 - Drag question
Tigo slaat een spijker in het hout. Op de punt van de spijker werkt een druk van 200 000 N/ cm2 hierdoor kan hij makkelijk in het hout gehamerd worden.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek. Er blijven antwoorden over.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
p
Fz
druk
slaan
Newton
N/cm2
200 000
snelheid
Beweging
Newton / centimeter
F
Slide 11 - Drag question
Milan en Mads hebben allebei een massa van 65 kg. Milan heeft maat 38, Mads maat 39. Wie oefent er een grotere kracht op de grond uit? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open question
Bereken de oppervlaktes van de volgende figuren.
Kies voor elk plaatje 1 antwoord.
100 dam2
0,01 dam2
0,001 dm2
45 216 cm2
10 170 000 cm2
10 170 cm2
452 dm
45 216 dm2
10, 17 m2
Slide 13 - Drag question
Welke 3 dingen heb je nodig voor geluid?
A
Geluidsbron, trilling, ontvanger.
B
Geluidsbron, tussenstof, trilling.
C
Trilling, tussenstof, ontvanger.
D
Geluidsbron, tussenstof, ontvanger.
Slide 14 - Quiz
Geluid gaat altijd door een tussenstof. Deze tussenstof kan vast, vloeibaar of gas zijn. Sleep de onderstaande stoffen naar het juiste sleepvlak.
Tip: Gebruik je bijlage boek.
Ga uit van de fase bij kamertemperatuur.
fosfor
kwik
zwavelzuur
propaan
ozon
chloor
Slide 15 - Drag question
Bereken de geluidssterkte van 8 piano's die samen spelen.
gebruik je bijlageboek
Slide 16 - Open question
Met hoeveel gillend huilende baby's bereik je de pijngrens?
Zoek je gegevens op en geef je berekening.
gebruik je bijlageboek
Slide 17 - Open question
Het zit erop ...
Nu volgend er nog 4 havo vragen.
Slide 18 - Slide
Gebruik de gegevens van de afbeelding hiernaast. Maaike krijgt de opdracht om de zwaartekracht als vector te tekenen in de afbeelding. De schaal die ze moet gebruiken is 1 cm = 10 000 N. Waar bevind zich het aangrijpingspunt van de vector?
Slide 19 - Open question
Gebruik de gegevens van de afbeelding hiernaast. Maaike krijgt de opdracht om de zwaartekracht als vector te tekenen in de afbeelding. De schaal die ze moet gebruiken is 1 cm = 10 000 N.
Wat is de richting van de vector?
Slide 20 - Open question
Gebruik de gegevens van de afbeelding hiernaast. Maaike krijgt de opdracht om de zwaartekracht als vector te tekenen in de afbeelding. De schaal die ze moet gebruiken is 1 cm = 10 000 N. Bereken hoelang de vector moet zijn om de kracht goed weer te geven.
Slide 21 - Open question
Gebruik de gegevens van de afbeelding hiernaast. Hoeveel kg kan de Apache maximaal meenemen als lading?