This lesson contains 40 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
El programa de hoy
1. Intro (lesplanning & lesdoelen)
2. Alfabet & uitspraak
3. Jezelf voorstellen in het Spaans
4. Ropa
5. Liedje
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
1. Ik ken de letters van het Spaanse alfabet en de uitspraak daarvan
2. Ik kan Spaanse woorden correct uitspreken
3. Ik kan woorden correct spellen in het Spaans
4. Ik kan mezelf voorstellen in het Spaans
Slide 3 - Slide
Wat heb je nodig vandaag?
1. Schrift
2. Pen
laptop
telefoon
boekje
Slide 4 - Slide
Ejercicio
¿Cómo se dice? Hoe zeg je het?
¿Cómo se pronuncia? Hoe spreek je het uit?
Slide 5 - Slide
Barcelona
Valencia
Sevilla
Córdoba
Zaragoza
Bilbao
Malaga
Granada
Cádiz
Huelva
Jerez
Mallorca
Paella
Cine
Señora
Chaqueta
Chile
Ecuador
Yogur
Ciudad
Casa
Ojos
Amor
Colombia
Dedo
Cucaracha
Italia
Queso
Alicante
Nicaragua
Cerveza
Pequeño
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Pronunciación
Wat zijn de belangrijkste verschillen met het Nederlandse alfabet en uitspraak?
Luister naar het volgende filmpje en schrijf de verschillen op.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Deletrear
Luister goed hoe (slecht) Spanjaarden Engelse woorden spellen.
Straks gaan we zelf worden spellen, dus let goed op.
Slide 11 - Slide
0
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Deletrear
Zorg dat je over een minuutje of 3 je eigen naam kan spellen. Dan maken we vervolgens een rondje met de klas.
Slide 14 - Slide
Deletrear
- Hola, cómo te llamas?
- Hola, me llamo ...
- Encantado. ¿Y cómo se escribe tu nombre?
- Se escribe ...
Slide 15 - Slide
Presentarse
Jezelf voorstellen / iets over jezelf vertellen.
Slide 16 - Slide
Schrijfopdracht
Stel je gaat dit jaar met de klas op uitwisseling naar Valencia. Je verblijft dan samen met een klasgenoot bij een gastgezin.
Om je alvast voor te bereiden is het handig om al contact te hebben met je uitwisselingspartner. Zodat jullie allebei al een beetje weten wat je ongeveer kan verwachten.
Opdracht: stuur een e-mail (50) aan je uitwisselingspartner waarin je jezelf voorstelt en vervolgens hem/haar vraagt om hetzelfde te doen.
Slide 17 - Slide
Presentarse
Groeten
Hoe het gaat
Naam & leeftijd
Waar je vandaan komt / geboren bent
Nationaliteit
Waar je woont
Welke talen je spreekt
Wat je hobby's zijn
Slide 18 - Slide
Presentarse
We gaan nu met elkaar bespreken hoe je deze dingen kan zeggen.
Schrijf mee / maak aantekeningen.
Straks moet je namelijk zelf een brief schrijven.
Slide 19 - Slide
Gedag zeggen
Slide 20 - Slide
Gedag zeggen
Hola
Buenos días
Querido/a (in een brief)
Slide 21 - Slide
Hoe gaat het
Slide 22 - Slide
Hoe gaat het
¿Qué tal? - (muy) mal / regular /bien
¿Cómo estás? - Estoy (muy) mal / regular /bien
¿Todo bien? - ¡Sí!
Slide 23 - Slide
Naam
Slide 24 - Slide
Naam
¿Cómo te llamas? - Me llamo Paco
¿Cuál es tu nombre? - Mi nombre es Paco
¿Quién eres? - Soy Paco
Slide 25 - Slide
Leeftijd
Slide 26 - Slide
Leeftijd
¿Cuántos años tienes? - Tengo once años
Slide 27 - Slide
Afkomst
Slide 28 - Slide
Afkomst
¿De dónde eres? - Soy de ... Madrid/España
¿Cuál es tu lugar de nacimiento? - Mi lugar de nacimiento es ... Madrid
Slide 29 - Slide
Nationaliteit
Slide 30 - Slide
Afkomst
¿Cuál es tu nacionalidad?
- Mi nacionalidad es holandés - Soy holandés
Slide 31 - Slide
Woonplaats
Slide 32 - Slide
Woonplaats
¿Dónde vives? - Vivo en Barcelona
Slide 33 - Slide
Talen
¿Qué idiomas hablas?
- Hablo español, inglés y francés
Slide 34 - Slide
Talen
Slide 35 - Slide
Hobby's
Slide 36 - Slide
Hobby's
¿Cuál es tu afición? / ¿Cuáles son tus aficiones?
- Mi afición es jugar al fútbol / tocar el piano / leer / cocinar / dormir
- Mis aficiones son ver series de Netflix, comer y dormir
- Me gusta el deporte, la música, las películas
Slide 37 - Slide
Schrijfopdracht
Opdracht: stuur een e-mail (minimaal 50 woorden) aan je uitwisselingspartner waarin je jezelf voorstelt en vervolgens hem/haar vraagt om hetzelfde te doen.