Herhaling H4 + H5

Overzicht hoofdstuk 4 + 5 
H4: De ondernemingsvormen (4.1)
H4: Ondernemingsplan en Financieelplan (4.2)
H4: SWOT-analyse (4.2 slides)
H4: Marketingmix: 5p's (4.3)



H4 = 1/3 van de toets

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Overzicht hoofdstuk 4 + 5 
H4: De ondernemingsvormen (4.1)
H4: Ondernemingsplan en Financieelplan (4.2)
H4: SWOT-analyse (4.2 slides)
H4: Marketingmix: 5p's (4.3)



H4 = 1/3 van de toets

Slide 1 - Slide

Ondernemingsvormen

Slide 2 - Slide

Ondernemingsplan
Een ondernemingsplan bestaat uit de volgende onderdelen:
  1. Bedrijfsidee
  2. Financieel plan
  3. Organisatie van het bedrijf
  4. Marktonderzoek en marketingplan
  5. Persoonlijke gegevens

Slide 3 - Slide

Financieel plan
Een financieel plan geeft aan hoeveel geld je nodig hebt en hoe je aan dat geld komt.

Het bestaat uit 4 onderdelen:
  1. investerings begroting = hoeveel geld heb je nodig voor bedrijfsmiddelen zoals computers en machines?
  2. financierings begroting = hoe ga je de investeringen betalen?
  3. exploitatie begroting = wat zijn de verwachte opbrengsten en kosten?
  4. liquiditeits begroting = wat zijn de verwachte inkomsten en uitgaven?

Slide 4 - Slide

SWOT-analyse 

Slide 5 - Slide

 De marketingmix

Slide 6 - Slide

Overzicht hoofdstuk 4 + 5 
H5:  Balans, activakant (5.1)
H5:  Balans, passivakant (5.2)
H5:  Afschrijvingskosten en Vaste/Variabele kosten (5.3)
H5:  Bruto- en nettowinst berekenen (5.4)

H5 = 2/3 van de toets waarvan opstellen resultatenrekening + Balans zoals uitgedeelde opgave 5.2: 1/3

Slide 7 - Slide

Balans

  • Bezittingen
       debetzijde (activa)
  • Schulden
        creditzijde (passiva)


De balans is altijd in balans en is een momentopname!

Slide 8 - Slide

Afschrijvingskosten
  • Afschrijvingskosten= waarde vermindering van vaste activa (machines, computers en bedrijfsauto's)

Slide 9 - Slide

Kosten (vast en variabel)
  • Vaste kosten zijn onafhankelijk van afzet/omzet
  • Variabele kosten zijn afhankelijk van afzet/omzet



                                               

Slide 10 - Slide

Bruto- en Nettowinst
Omzet                                              (verkoopprijs x aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde                              (inkoopprijs x aantal verkochte producten)
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst

Slide 11 - Slide

Toetsvoorbereiding
  • leer de formules op pagina 138 (jaarlijkse afschrijvingskosten) en 141 (bruto en netto winst)
  • leer de samenvatting op pagina 118 en 146
  • leer de begrippen op pagina 119 en 147
  • doorloop nogmaals de LessonUps die we in de lessen behandeld hebben (zie magister)
  • controleer tenslotte met de leerdoelen
  • Oefenen eventueel met herhalingsopdracht van H5 148-149

Maar het allerbelangrijkste:
  • Ga oefenen met de uitgedeelde opgaves over de balans en resultatenrekening.

Slide 12 - Slide

Begrippen par 4.1

Slide 13 - Slide

Begrippen par 4.2

Slide 14 - Slide

Begrippen par 4.3

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Begrippen par 5.1

Slide 19 - Slide

Begrippen par 5.2

Slide 20 - Slide

Begrippen par 5.3

Slide 21 - Slide

Begrippen par 5.4

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide