Vulkanen: Krachtige Natuurverschijnselen

Vulkanen: Krachtige Natuurverschijnselen

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen hoe vulkanen ontstaan en waar ze voorkomen.

Wat weet je al over vulkanen?

Wat zijn vulkanen?

Vulkanen zijn openingen in de aardkorst waar magma, gas en as naar buiten kunnen komen.

Hoe ontstaan vulkanen?

Vulkanen ontstaan door de beweging van de aardplaten, waardoor druk opgebouwd wordt en magma naar boven kan komen.

Soorten vulkanen

Er zijn verschillende soorten vulkanen, zoals schildvulkanen, stratovulkanen en krater- of calderavulkanen.

Waar komen vulkanen voor?

Vulkanen komen voornamelijk voor langs de randen van aardplaten, bijvoorbeeld in de 'Ring of Fire' rond de Stille Oceaan.

Quizvraag 1

Wat zijn de drie belangrijkste componenten die uit een vulkaan kunnen komen?

Vulkaanuitbarstingen

Een vulkaanuitbarsting is het moment waarop magma, gas en as uit de vulkaan worden gestoten.

Quizvraag 2

Welke factoren kunnen de ernst van een vulkaanuitbarsting beïnvloeden?

Bekende vulkanen

Beschrijf enkele bekende vulkanen, zoals de Vesuvius in Italië en de Mauna Loa in Hawaï.

Quizvraag 3

Wat is de 'Ring of Fire' en waarom is het relevant voor vulkanen?

Gevolgen van vulkaanuitbarstingen

Beschrijf de mogelijke gevolgen van vulkaanuitbarstingen, zoals lavastromen, aswolken en aardbevingen.

Video

Bekijk samen een video over vulkanen om een beter inzicht te krijgen in hun werking en impact.

Quizvraag 4

Hoe kunnen mensen zich voorbereiden op mogelijke vulkaanuitbarstingen?

Samenvatting

Vulkanen zijn krachtige natuurverschijnselen die ontstaan door de beweging van aardplaten en kunnen verschillende gevolgen hebben.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.