This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
In de Eerste Wereldoorlog ...
A
was Nederland neutraal
B
hoorde Nederland bij de Geallieerden
C
hoorde Nederland bij de Centralen
Slide 1 - Quiz
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 2 - Quiz
De Eerste Wereldoorlog was een...
A
Loopgravenoorlog
B
Atoomoorlog
C
Bliksemoorlog
D
Een totale oorlog
Slide 3 - Quiz
Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Wapenwedloop
Slide 4 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat propaganda is.
Slide 5 - Open question
Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
Slide 6 - Slide
Propaganda
Regeringen probeerden hun bevolking te beïnvloeden met propaganda.
= Reclame voor politieke ideeën of voor een persoon via massamedia, met als doel zoveel mogelijk mensen te overtuigen.
Het eigen land/idee wordt verheerlijkt
of, de tegenstander wordt heel negatief afgeschilderd.
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
Je kunt beschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond.
Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.
Slide 8 - Slide
Italië na WO1
Italië was halverwege WO1 van bondgenootschap gewisseld, maar werden daar niet voor 'beloond' in Versailles --> teleurstelling en onrust
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Italië na WO1
Benito Mussolini voelde deze onrust goed aan en richtte in 1919 een eigen knokploeg op in Italië, om weer orde te scheppen in de chaos.
Ook ontwikkelde hij een ideologie: het fascisme.
In 1922 kwam hij d.m.v. een staatsgreep aan de macht.
Slide 11 - Slide
Kenmerken fascisme
Het fascisme is een totalitaire ideologie.
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.
--> manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de overheid die de macht heeft door middel van indoctrinatie (=hersenspoeling).
Slide 12 - Slide
Kenmerken fascisme
De staat is het belangrijkste wat er is
1 sterke leider: il duce
1 partij
extreem nationalistisch
verheerlijking van geweld
traditionele rolpatronen man-vrouw
geen persoonlijke vrijheid, het collectief is belangrijker
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?
Slide 19 - Mind map
Actualiteit: Italiaanse verkiezingen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Schrijf 3 kenmerken van het fascisme op.
Slide 24 - Open question
Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
Slide 25 - Slide
Turkije na WO1
Het Ottomaanse Rijk had de Eerste Wereldoorlog verloren.
Twee belangrijke gevolgen:
Het Ottomaanse Rijk viel uit elkaar → de gebieden in het Midden-Oosten werden bestuurd door Engeland en Frankrijk.
Ontstaan Turkije.
Slide 26 - Slide
Turkije na WO1
Turkije moest nu zo Turks mogelijk worden.
De Armeense (christelijke) bevolking werd uitgeroeid
Alle Griekse christenen moesten het land verlaten
De taal van de Koerden werd verboden
De eerste president van Turkije, Atatürk, wilde Turkije ook een 'modern' land maken.
Het Arabische schrift werd verruild voor het Latijnse schrift