2H1 maandag 10-10-2022

Welkom!
Welkom 2H1!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Welkom 2H1!

Slide 1 - Slide

Programma van de les 2H1
Maandag 10 oktober 2022

Programma:

  • Aftrap
  • Aanwezigheid
  • Nakijken opdracht 1 t/m 4 bladzijde 30+31
  • Aan de slag met voorzetselvoorwerp blz 28
  • Zelfstandig lezen
  • Afsluiting




Slide 2 - Slide

Doel
Ik herken persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.

Ik kan een voorzetselvoorwerp vinden in een zin.

Slide 3 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Slide

Afspraken
  1. Lesboek, schrift en leesboek altijd mee
  2. Stilte tijdens instructie en vragen
  3. Rustige leeromgeving
  4. Afspraak niet nakomen = sanctie

Slide 5 - Slide

Grammatica
Nakijken Bladzijde 30 en 31
Opdracht 1 t/m 4

Slide 6 - Slide

Grammatica
Voorzetselvoorwerp 
bladzijde 28

Slide 7 - Slide

Vul het juiste voorzetsel in.
Heb vertrouwen ...... (je ouders)
A
in
B
onder
C
aan
D
op

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in.
streven ...... (een mooi cijfer)
A
in
B
onder
C
aan
D
naar

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in.
hopen ..... (een mooi cijfer)
A
over
B
op
C
aan
D
om

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in.
klagen..... (een slecht cijfer)
A
over
B
op
C
aan
D
om

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in.
Verlangen ..... (een mooi cijfer)
A
over
B
op
C
naar
D
om

Slide 12 - Quiz

De leerlingen /rekenen /op een ruitjesblaadje/ tijdens de toets wiskunde.
Handeling = rekenen

Waarop rekenen de leerlingen? -> op een ruitjesblaadje (bwb)
Wanneer rekenen de leerlingen -> tijdens de toets wiskunde (bwb)

Vergelijk het werkwoord rekenen met de volgende zin. Is de betekenis van rekenen hetzelfde? 
"De leerlingen/ rekenen/ vandaag / op een toets van wiskunde".
Op een toets van wiskunde is hier 1 zinsdeel.  



Slide 13 - Slide

Is de betekenis van rekenen (op ) in beide zinnen hetzelfde?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Voorzetselvoorwerp (VZV)
"De leerlingen/ rekenen / vandaag / op een toets van wiskunde".
op een toets van wiskunde = hier één zinsdeel. 

Rekenen (op) is hier figuurlijk bedoeld. 
Het voorzetsel op = een vast voorzetsel bij rekenen.
Op is het eerste woord van het zinsdeel voorzetselvoorwerp 

Slide 15 - Slide

Voorzetselvoorwerp (VZV)
Een voorzetselvoorwerp lijkt op een bwb. 
Beide zinsdelen kunnen beginnen met een voorzetsel, maar ...
Het voorzetsel van het voorzetselvoorwerp hoort bij het werkwoord. = vast voorzetsel
Het werkwoord + vaste voorzetsel = Figuurlijke betekenis 
Denk maar aan het verschil tussen rekenen en rekenen op

Slide 16 - Slide

Wanneer bwb 

Als het voorzetsel door een ander voorzetsel kan worden vervangen, is het een bijwoordelijke bepaling.

Bijvoorbeeld: Ik wacht op / naast / achter / in de winkel.

--> het VZ geeft letterlijk richting aan
Wanneer voorzetselvoorwerp

Als het voorzetsel een vast voorzetsel bij een werkwoord is. 

Je kunt het niet vervangen door een ander voorzetsel.
Je kunt niet zeggen rekenen onder

--> het VZ is niet letterlijk gebruikt

Slide 17 - Slide

Nu jij!
Aan het werk met de opdrachten van deze week:

- De Brug Grammatica - zinsdelen: opdr. 1 t/m 5
- H.1 Voorzetselvoorwerp: de opdrachten in de leerroute.

Klaar? Dan keuze:
- starten met H.2: NG
- lezen in je leesboek

Slide 18 - Slide

Einde les

Slide 19 - Slide