NK1hv-Kapitel 3-9

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Rückblick!

Deze les blikken we terug op 

ALLE LEERSTOF voor de toetsweek.

Fragen??

Zijn er vragen over de leerstof?

Stel ze nu!

Geen vragen van jullie? Hier zijn die van mij!

Geef antwoord op de vraag:
Hallo, wie heißt du?

1. Mein Name ist Marius.
2. Ich bin vierzehn.

Vertaal in het Duits:
jullie hebben

Welke vorm past in deze zin?

Mein Bruder ..... auch mein bester Freund.

1. bin
2. ist
3. sind
4. seid

Vertaal in het Duits:
Ik woon in Roosendaal.

habe

bist

seid

finden

spielt

sitzen

ich

du

er-sie-es

wir

ihr

sie-Sie

Voor welke groep geldt deze meervoudregel?

Het znw. krijgt een Umlaut (") + e

1. mannelijke znw.
2. vrouwelijke znw.
3. onzijdige znw.

Wat gebeurt er met de lidwoorden
der - die - das
in het meervoud?

1. niets
2. worden allemaal "die"
3. worden vervangen door "zwei"

Kies de juiste meervoudvorm van:

der Onkel

1. die Onkel
2. die Onkels
3. die Onkelen
4. die Önkele

Welke meervoudsregel werd
op de vorige dia toegepast?

(der Onkel => die Onkel)

1. mnl. + onz. znw. op -el, -en, -er veranderen niet
2. mnl. znw. krijgen " + -e
3. vrouwelijke znw. krijgen -n/-en

Geef de juiste meervoudsvorm:
die Tante

Voor welke groep geldt deze meervoudregel?

Het znw. krijgt een -s

1. mannelijke znw.
2. vrouwelijke znw.
3. onzijdige znw.
4. woorden op -a, -i, -o, -y

Welk lidwoord hoort hierbij?

Lehrer

1. der
2. die
3. das

Welk lidwoord hoort hierbij?

Freundin

1. der
2. die
3. das

Waarom is bij dit woord het lidwoord "die"?

Freundschaft

1. het is een vrouwelijk persoon
2. het eindigt op -schaft
3. het is geen "die", maar "der"

Geef het juiste lidwoord:
Pferd

Vertaal deze vraag:
Wie is dat?

Welk antwoord past het beste?

Kannst du deine Familie beschreiben?

1. Mein Bruder ist siebzehn Jahre alt.
2. Meine Großeltern wohnen in Berlin
3. Ich habe einen Vater und eine Mutter, keine Geschwister.

Klik op de tekst om te vergroten.

Welke beschrijving van Finn is juist?

1. 1,70m groot, bruin haar en blauwe ogen
2. 1,70m groot, blond haar en bruine ogen
3. .

Klik op de tekst om te vergroten.

Welke hobby's heeft Finn?

1. Voetballen en bergbeklimmen
2. Voetballen en op zijn crossfiets rijden
3. .

Klik op de tekst om te vergroten.

Welke kinderen zijn slimmer?

1. Oudste kinderen
2. Jongste kinderen
3. .

Klik op de tekst om te vergroten.

Welke zin klopt?

1. Oudste kinderen doen vaker aan teamsporten
2. Jongste kinderen nemen vaker risico's
3. .

Klik op de tekst om te vergroten.

Hoe komt Robert aan Mark's gegevens?

1. Van zijn lerares gekregen
2. Uit een tijdschrift gehaald
3. .

Klik op de tekst om te vergroten.

Hoe ziet Robert's familie eruit?

1. Vader, moeder, jongere broer en zus
2. Vader, moeder, jongere broer en oudere zus
3. .

Klaar voor de toetsweek?

Ja

Bijna

Nee

Was gibt's denn heute?

Open je boek op Seite 86/Aufgabe 32

Beluister de zinnen en spreek ze na.

Maak eerst Seite 87/Aufgabe 33 + 34

Ga nu met een klasgenoot een WhatsApp gesprek voeren volgens de Seite 87/Aufgabe 35

Maak een screenshot en deel met [e-mail]

Extra Aufgabe: Grammatik

Maak een Google Slides presentatie,

waarin je stap voor stap de tegenwoordige tijd van de regelmatige/zwakke werkwoorden uitlegt.

Laat je inspireren door de uitleg-video.

Extra Aufgabe: POSTER

Maak een POSTER, waarin je zoveel mogelijk woordjes van Seite 96/B Wortschatz verwerkt.

Gebruik zoveel mogelijk afbeeldingen om de woordbetekenissen duidelijk te maken.

Zie voorbeeld in Classroom.

Alles fertig und Zeit übrig?

*Leren/Oefenen voor de toetsweek

*Leren/Oefenen met Seite 86 en-of Seite 99/Sprachmittel

*Klik op deze link, lees de tekst en beantwoord de vragen:

https://lingua.com/de/deutsch/lesen/meine-familie/ 

HAUSAUFGABEN

Lernen

*Seite 86 und 98/Sprachmittel

Schreiben:

*screenshot van WhatsApp-gesprek (Seite 87/Aufgabe 35) delen met [e-mail]