22mei24 - MHV3

22mei24 - MHV3
Grammar: Some / any

Grammar: Reflexive and reciprocal pronouns & like and as
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

22mei24 - MHV3
Grammar: Some / any

Grammar: Reflexive and reciprocal pronouns & like and as

Slide 1 - Slide

SOME and ANY

Slide 2 - Slide

SOME and ANY
een paar, sommige, enkele, een beetje
= een aantal

Slide 3 - Slide

SOME and ANY
....betekenen exact hetzelfde!
maar......

Slide 4 - Slide

SOME and ANY
......je mag ze niet zomaar door elkaar gebruiken!

Slide 5 - Slide

Some 
in bevestigende zinnen
He is taking some notes.
I'll have some water


+

Slide 6 - Slide

Any 
in ontkennende zinnen
I haven't got any news. 
They haven't bought any books.


-

Slide 7 - Slide

in vragende zinnen
Would you like some water?
-
SOME and ANY
Do you like
any tips?
+

Slide 8 - Slide

I haven't got ___________ friends in Australia.
A
any
B
some

Slide 9 - Quiz

Jay didn't take __________ photos of the crime scene.
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

But he took _____________ photos of the broken window.
A
some
B
any

Slide 11 - Quiz

Grammar Reflexive and reciprocal pronouns 

I took a picture of myself. > Ik nam een foto van mezelf.
She bought herself a new computer. > Zij kocht een nieuwe computer voor zichzelf.

Je gebruikt wederkerende voornaamwoorden om te praten over situaties waarbij het onderwerp en het lijdend voorwerp dezelfde persoon zijn.




Slide 12 - Slide

wederkerend voornaamwoord :
ik
me / mijzelf
myself
I
jij
je / jezelf
yourself
you
hij/zij/het
zich
himself/herself/itself
he/she/it
wij
ons
ourselves
we
jullie
je / jezelf
yourselves
you
zij
zich
themselves
they

Slide 13 - Slide

Grammar  Reflexive and reciprocal pronouns 

He saw himself in the mirror. 
They enjoyed themselves at the party.

Je vertaalt -self en -selves met zich of zichzelf.








Slide 14 - Slide

 Reflexive and reciprocal pronouns 

They saw each other at the festival. Zij zagen elkaar op het festival.
You have to look after one another! > Jullie moeten voor elkaar zorgen!

Je gebruikt de wederkerige voornaamwoorden each other en one another om te praten over ‘elkaar’.
















Slide 15 - Slide

Grammar Reflexive and reciprocal pronouns 

Do you shave even on Sundays?
She’s old enough to dress herself.

Let op! In het Engels gebruik je geen wederkerend voornaamwoord na werkwoorden als wash, dress en shave, behalve wanneer je nadruk wil leggen op wie de handeling uitvoert.












Slide 16 - Slide

like and as

Slide 17 - Slide

New grammar: Like and as
  • Betekenis: als
  • Gebruik: om te vergelijken

Slide 18 - Slide

New grammar: Like and as
Like:
  • Voor zelfstandig voornaamwoorden
  • It looks like an apple.
  • Bij persoonlijke voornaamwoorden
  • He looks like you.

Slide 19 - Slide

New grammar: Like and as
As:
  • Voor bijzinnen
  • It always rains here, just as it does in Engeland.
  • Bij voorzetsels
  • As in 1976, only great people were born.

Slide 20 - Slide