spreekwoorden

Spreekwoorden
Uitdrukkingen


1) Is er verschil?
2) Huiswerk
3) Quizje/rebus
4) Zoekplaatje
5) Afsluiting

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreekwoorden
Uitdrukkingen


1) Is er verschil?
2) Huiswerk
3) Quizje/rebus
4) Zoekplaatje
5) Afsluiting

Slide 1 - Slide

Spreekwoord of uitdrukking? Verschil?

Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.


Met de mond vol tanden staan.




Slide 2 - Slide

Verschil spreekwoord/uitdruking
       Spreekwoord is vaste zin. Kun je niet veranderen. 
       Uitdrukking is een deel van een zin. Je moet er iets aan 
       toevoegen.              
       Allebei figuurlijk bedoeld.

Slide 3 - Slide

Combineren: Opdracht 4 (blz. 93)
Beter een goede buur,
Wie zijn billen brandt,
De aanval,
Het is de toon,
Je moet de dag niet prijzen,
Honger maakt,

Slide 4 - Slide

Combineren: Opdracht 4 (blz. 93)
.... dan een lege dop.
... , moet ook b zeggen.
.... het halve werk.
.... het eerst maalt.
.... de beer geschoten is.
... rare sprongen.
+ Opdracht 5!

Slide 5 - Slide

Quizje
Wat is de betekenis van de volgende spreekwoorden?
Of vul de spreekwoorden op de juiste manier aan.
Wie kan dit foutloos?

Slide 6 - Slide


Je wilt toch weten wat voor vlees je in de.....
A
kist hebt
B
kuip hebt
C
tas hebt
D
kast hebt

Slide 7 - Quiz


Twee handen op één..
A
buik
B
schouder
C
pruik
D
tafel

Slide 8 - Quiz


Dweilen met de kraan open.
Betekenis?
A
Werk verrichten zonder succes.
B
Het niet meer zien zitten.
C
Altijd maar bezig zijn.
D

Slide 9 - Quiz


Slapen als een..
A
marmot
B
vos
C
beer
D
neushoorn

Slide 10 - Quiz


Zo arm als een..
A
rat
B
luis
C
dode muis
D
kerkrat

Slide 11 - Quiz

Teks
Los de volgende rebus zo snel mogelijk op. Steek je vinger op als je de oplossing weet en de betekenis .

Slide 12 - Slide

  • De appel valt niet ver van de boom

Slide 13 - Slide

Zoekplaatje
  • Je doet dit in tweetallen.
  • Je krijgt een afbeelding waarin spreekwoorden/uitdrukking zijn verborgen.
  • Vul je de juiste nummers in.
  • Alles ingevuld? Roep BINGO. 

Slide 14 - Slide

Afsluiting
  • Welke zin is een spreekwoord en welke een uitdrukking?
  • Staan als je denkt dat het om een spreekwoord gaat.
1) Uit de school klappen.
2) Baat het niet dan schaadt het niet.


Slide 15 - Slide