BS 1-5 quiz

Quiz basisstof 1-5
Iedereen ingelogd?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz basisstof 1-5
Iedereen ingelogd?

Slide 1 - Slide

Kaas is een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel
C
Enzym
D
Plantaardig product

Slide 2 - Quiz

Sojamelk is..
A
Plantaardig voedingsmiddel
B
Dierlijk voedingsmiddel

Slide 3 - Quiz

Waar zijn voedingsvezels goed voor?
A
Voor een goede darmwerking
B
Voor een betere maagwerking
C
Voor het maken van enzymen
D
Voor het maken van mechanische vertering

Slide 4 - Quiz

Mineralen zijn...
A
Bouwstoffen en reservestoffen
B
Bouwstoffen en brandstoffen
C
Beschermende stoffen en brandstoffen
D
Beschermende stoffen en bouwstoffen

Slide 5 - Quiz

In aardappelen zit veel..
A
Glucose
B
Zetmeel
C
Eiwitten
D
Mineralen

Slide 6 - Quiz

Kauwen is
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 7 - Quiz

Wat zijn enzymen?
A
Stoffen die verteringssappen maken.
B
Stoffen die darmperistaltiek verbeteren
C
Stoffen die scheikundige reacties sneller laten verlopen.
D
Stoffen die aan mechanische vertering doen.

Slide 8 - Quiz

Bij darmperistaltiek..
A
zijn de kringspieren achter de voedselbrok aangespannen
B
zijn de kringspieren voor de voedselbrok aangespannen
C
zijn de lengtespieren voor de voedselbrok aangespannen
D
zijn de lengtespieren achter de voedselbrok aangespannen.

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van het maagportier?
A
Maagsap maken
B
Hoeveelheid eten doseren naar de twaalfvingerige darm
C
Hoeveelheid eten doseren naar de dunne darm
D
Maagsapklieren stimuleren

Slide 10 - Quiz

Welke voedingsstof(fen) worden verteerd in je mond door het enzym in je speeksel?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten en eiwitten
D
Vetten en koolhydraten

Slide 11 - Quiz

Wat doet het zoutzuur in je maag?
A
Doodt enzymen
B
Doodt bacterien
C
Verteerd eiwitten
D
Verteerd koolhydraten en eiwitten

Slide 12 - Quiz

Wat doet de galblaas?
A
Maakt gal
B
Maak alvleessap
C
Slaat gal op
D
Zorgt voor het verteren van vetten

Slide 13 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat er oppervlaktevergroting is?

Slide 14 - Open question

Waarom is vertering belangrijk?

Slide 15 - Open question

Wat is de belangrijkste functie van de dikke darm?
A
Eiwitten verteren
B
Sap toevoegen aan het voedsel
C
Het water opnemen, zodat de brij ingedikt wordt
D
Vetten en koolhydraten verteren

Slide 16 - Quiz

Wat is de schijf van vijf?
A
Hulpmiddel voor ongezond eten
B
Hulpmiddel voor het eten van goed en gevarieerd voedsel.
C
Hulpmiddel voor het eten van ongevarieerd voedsel
D
Hulpmiddel voor het binnenkrijgen van voedingsmiddelen

Slide 17 - Quiz

Wanneer heb je meer energie nodig?
A
Wanneer je veel slaapt
B
Wanneer je weinig sport
C
Wanneer je in de groei bent
D
Wanneer je eigen temperatuur gelijk is aan de omgeving

Slide 18 - Quiz

Wat heeft iemand met een eetbuistoornis
A
Die gebruikt laxeermiddelen en braakt.
B
Die braakt en valt daardoor heel erg af
C
Die heeft eetbuien en komt daardoor heel erg aan.
D
Die gebruikt laxeermiddelen en valt daardoor heel erg af

Slide 19 - Quiz

Wat zijn mogelijke oorzaken van een eetstoornis?
A
Een negatief zelfbeeld hebben
B
Faalangst hebben
C
Beinvloed worden door cultuur of media
D
Nare gebeurtenissen in je leven.

Slide 20 - Quiz

Iemand met anorexia nervosa..
A
Is dik en denkt dat hij/zij dus is.
B
Is niet te dik en denkt dat hij/zij wel dik is.
C
Heeft eetbuien
D
heeft ernstig overgewicht.

Slide 21 - Quiz

Waarom is het belangrijk om volgens de schijf van vijf te eten?

Slide 22 - Open question

Wanneer is er kans op ondervoeding
A
Iemand krijgt teveel voedingsstoffen en energie binnen
B
Iemand eet te veel junkfood
C
Iemand eet volgens de schijf van vijf
D
Iemand heeft een te laag lichaamsgewicht.

Slide 23 - Quiz

Wat is conserveren?

Slide 24 - Open question

Wat is een voorbeeld van pasteuriseren?
A
In korte tijd tot de melk verhitten tot 130 graden
B
Vlees luchtdicht verpakken.
C
In korte tijd de melk verhitten tot 72 graden
D
Groente invriezen om het langer houdbaar te maken

Slide 25 - Quiz

Zijn zout en azijn een voorbeeld van natuurlijke additieven?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Wat begrijpen jullie nog niet
van de lesstof?

Slide 27 - Mind map