De 5 Loopbaancompetenties Marinka Kuijpers
Motievenreflectie
Wat wil ik, wat drijft mij? - Ik kan aangeven wat ik leuk en
interessant vind aan een opleiding
- Ik weet wat mijn werkwaarden zijn
Kwaliteitenreflectie
Wie ben ik en wat kan ik?
- Ik weet waar ik goed en minder goed in
ben
- Ik weet welke kwaliteiten ik kan
inzetten voor het beroep dat ik wil gaan
doen
Werkexploratie
Welk soort werk past bij mij?
- Ik heb een beeld van de inhoud van het
werk
- Ik weet welke beroepscompetenties
nodig zijn in het werk waarvoor ik leer
en hoe ik ze kan ontwikkelen
- Ik kan de organisatiecultuur van een
bedrijf onderzoeken
- Ik ben op de hoogte van de
ontwikkelingen in het werkveld
- Ik kan ontwikkelingen en cultuur in
verband brengen met mijn kwaliteiten
en motieven
Loopbaansturing
Wat wil ik worden?
- Ik kan doelen stellen voor mijn
studieloopbaan
- Ik baseer keuzes in mijn leerproces op
mijn eigen kwaliteiten en waarden en
toekomstwensen
Netwerken
Wie kan mij daarbij helpen?
- Ik beschik over een netwerk van
mensen die mij kunnen helpen in mijn
(studie)loopbaan
- Ik onderhoud mijn netwerk en breid
het uit
- Ik kan iets betekenen voor mensen in
mijn netwerk