Werkwoorden vervoegen A2

Werkwoorden vervoegen
Tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoorden vervoegen
Tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Tom heeft over zijn ziekte .... . (praten)

Slide 2 - Open question

Guido .... zijn broer vanavond. (bellen)

Slide 3 - Open question

We hebben de kat .... . (redden)

Slide 4 - Open question

Zij hebben op straat .... . (voetballen)

Slide 5 - Open question

Vanavond .... je naar het feest met mij. (gaan)

Slide 6 - Open question

Thijs en Lea .... of zij een snoepje mogen. (vragen)

Slide 7 - Open question

Zij heeft aan de verwarming .... . (voelen)

Slide 8 - Open question

.... je in Afrika veel muggen? (vinden)

Slide 9 - Open question

Ik ben naar Den Haag .... . (fietsen)

Slide 10 - Open question

Ik heb over een beer .... . (dromen)

Slide 11 - Open question

Tom .... zijn kleine broertje. (helpen)

Slide 12 - Open question

Gani .... een diepe kuil in de tuin. (graven)

Slide 13 - Open question

Timo heeft een nieuwe trui .... . (bestellen)

Slide 14 - Open question

.... jij dat meisje van school? (kennen)

Slide 15 - Open question

Jij .... veel in je slaap. (dromen)

Slide 16 - Open question

Dorien .... de som op te lossen. (proberen)

Slide 17 - Open question

Kim heeft haar huis .... . (verbouwen)

Slide 18 - Open question

Ik heb dat aan hem .... . (beloven)

Slide 19 - Open question

.... hij wel eens voor zijn moeder? (dweilen)

Slide 20 - Open question

Zeynap heeft door heel Azië .... . (reizen)

Slide 21 - Open question