2HV: Chapitre 4: chp 2

Aujourd'hui, c'est le ...
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui, c'est le ...

Slide 1 - Slide

La révision
Objectif
Vocabulaire
Grammaire
Chapitre 1
Vertellen over je vakantie en over wat je hebt gedaan
- Vakantie
- Weer
- Nationaliteiten
- Activiteiten
- Passé composé (VT)
- Bezittelijk vnw 
Chapitre 2
Vertellen over je familie en over je huis 
- Familie
- Dieren
- Eigenschappen
- Huis  
- Bijvoeglijk naamwoord
- Werkwoorden op -er
Chapitre 3
Kleding kopen en iemand beschrijven
- Kleding
- Getallen t/m 1000
- Vrije tijd
- Winkelen  
- aanwijzend vnw
- pouvoir: kunnen/mogen
- vouloir: willen

Slide 2 - Slide



Prépositions 
noms de pays

Slide 3 - Slide

à / en / au / aux
J'habite à Dedemsvaart.
C'est un village en Hollande.
Ma mère a été au Portugal.
Nous allons aux États-Unis.

Slide 4 - Slide

Règle grammaire
plaatsnamen ->  in of naar =  à 
vrl landennaam  -> in of naar  =  en 
mnl landennaam  -> in of naar =  au 
mv landennaam -> in of naar = aux 

Slide 5 - Slide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique
        En Europe
Amérique / Asie / Océanie
        

Slide 6 - Slide

à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Pérou
Asie

Slide 7 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud: -                                    grand
Vrouwelijk enkelvoud: + e                               grande
Mannelijk meervoud: + s                                 grands
Vrouwelijk meervrouw: + es                           grandes

Slide 9 - Slide

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (actif)

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ sœurs.

Slide 15 - Open question

Le programme
Semaine 6
Semaine 7
Cours 1
Oefentoets Chapitre 3
Lundi: Carnaval

Cours 2
Le pont A:  Chapitre 1
Le pont A: Chapitre 1 à 3
Cours 3
Le pont A: Chapitre 1 & 2
Lecture & uitleg PO Chapitre 3 

Slide 16 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 18 - Slide