11.2 Bevruchting

Leerdoelen
  • Je leert hoe een zaadcel een eicel bevrucht 
  • Je leert met welke voorbehoedmiddelen je een zwangerschap voorkomt.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Je leert hoe een zaadcel een eicel bevrucht 
  • Je leert met welke voorbehoedmiddelen je een zwangerschap voorkomt.

Slide 1 - Slide

Hoe komen zaadcellen bij de eicel?
De zaadcellen komen via de vagina in de baarmoeder.
Vandaar gaan ze een van de eileiders in. Deze zijn ong.
15 cm lang. Als de zaadcel in de eileider een rijpe 
eicel tegenkomt kan die deze bevruchten.

Slide 2 - Slide

Wanneer ontstaat een baby?
Als de kern van de zaadcel en eicel samensmelten vindt er een bevruchting plaats.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wanneer ontstaat een baby?
Als de bevruchting plaats heeft gevonden, 
gaat de eicel zich delen. Het wordt een
bolletje cellen die in de baarmoeder aankomt.
Het blijft in het baarmoederslijmvlies steken. 
Dat noemen we de innesteling. Vanaf dan is
de vrouw zwanger.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe voorkom je zwangerschap?
Als je juist niet zwanger wilt worden, moet je voorbehoedsmiddelen gebruiken.
Een voorbehoedsmiddel is goed als het aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1. Het voorkomt een zwangerschap
  2. Het is gemakkelijk in gebruik
  3. Het is niet schadelijk voor de gezondheid

Slide 7 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Een condoom is een soort hoesje wat je om de penis schuift. Het vangt
de zaadcellen op, zodat ze niet in de vagina van de  vrouw komen.
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel wat ook beschermt
tegen SOA's!

Slide 8 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
De anticonceptiepil (de pil) bevat hormonen die de eispron voorkomen.
Hierdoor rijpt er dus geen eicel en kan die ook niet bevrucht worden.
Daarnaast wordt het slijm in de baarmoedermond dikker, waardoor 
zaadcellen moeilijker naar binnen komen. 
De meeste pilsoorten slik je 21 dagen, waarna je een stopweek hebt. In
die stopweek wordt je dan ongesteld.

De pil beschermt niet tegen SOA's!

Slide 9 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
In de anticonceptiepleister en het hormoonstaafje zitten hormonen 
die hetzelfde werken als de hormonen in de pil. De pleister plak je op je
huid, het hormoonstaafje wordt onder de huid geplaatst.

Slide 10 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Het spiraaltje wordt in de baarmoeder geplaatst. Om het steeltje van 
het spiraaltje zit koperdraad of er zitten hormonen in.
Het spiraaltje maakte vrouw minder vruchtbaar en het voorkomt dat 
een bevruchte eicel zich kan innestelen.

Slide 11 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Voor het zingen de kerk uitgaan, oftewel de penis voor de zaadlozing uit de vagina halen, werkt niet als voorbehoedsmiddel. Voor de zaadlozing komt er namelijk ook al vocht uit de penis, voorvocht. Hier kunnen ook zaadcellen inzitten.

Slide 12 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Een niet-tijdelijk voorbehoedsmiddel is sterilisatie. Bij sterilisatie worden de zaadleiders bij een man en de eileiders bij een vrouw afgebonden en doorgesneden.

Slide 13 - Slide

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Morning-afterpil: als deze pil binnen 72 uur ingenomen wordt, voorkomt het hormoon in de pil het innestelen van de bevruchte eicel.
  • Abortus: via een abortus kan een bestaande
zwangerschap beëindigd worden. De bevruchte
eicel wordt dan weggezogen. Een abortus kan 
alleen als de vrouw niet langer dan 24 weken
zwanger is.

Slide 14 - Slide

Als je de volgende vragen goed kan beantwoorden, dan weet je dat je de paragraaf goed snapt.
Twijfel je nog of maak je nog veel fouten, maak dan de extra oefeningen in de studiewijzer of maak zelf samenvatten.

Let op! Je zult nooit de vraag letterlijk goed hebben, maar vergelijk jouw antwoord met het goede antwoord en kijk of het overeen komt.

Slide 15 - Slide

Waarom is een man na een sterilisatie niet meer vruchtbaar?

Slide 16 - Open question

Waarom is een vrouw na een sterilisatie niet meer vruchtbaar?

Slide 17 - Open question

Welk voorbehoedsmiddel kan een soa voorkomen

Slide 18 - Open question

Een condoom zit in drie verschillende verpakkingen verpakt. Aan welke voorwaarde voor een goed voorbehoedsmiddel voldoet het niet?

Slide 19 - Open question

Wat gebeurt er bij de innesteling?

Slide 20 - Open question

Vanaf wanneer is een eicel bevrucht?

Slide 21 - Open question