8.3 Zwanger worden

8.3 Zwanger worden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

8.3 Zwanger worden

Slide 1 - Slide

Boekjes
Woensdag (27 oktober) inleveren.
Te laat ingeleverd min punten!

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet hoe zaadcellen bij de eicel komen
  • je weet wanneer een baby ontstaat
  • Je weet hoe je zwangerschap voorkomt
  • Je weet wat sterilisatie is
  • Je weet wat je kunt doen bij een noodgeval.

Slide 3 - Slide

Begrippen

eileider                             innesteling                              voorvocht
embryo                             zwanger                                   sterilisatie
condoom                         mannencondoom               morning-after pil
vrouwencondoom       spiraaltje                                 abortus

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Aan de slag
  • Lees blz. 43 en 44 in je leerboek
  • Maak opdracht 2 t/m 6 uit je activiteitenboek (blz. 57 en 58)

Slide 6 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
  • Zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger wordt door sex.
  • Er zijn voorbehoedsmiddelen voor mannen en vrouwen.
  • Vrouw: vrouwencondoom, pil, spiraaltje.
  • Man: condoom.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag
  • Lees blz. 44 en 45 in je leerboek
  • Maak opdracht 7 t/m 13 uit je activiteitenboek (blz. 58 en 59)

Slide 9 - Slide

Hoe komen zaadcellen bij de eicel?
De zaadcellen komen via de vagina in de baarmoeder.
Vandaar gaan ze een van de eileiders in. Deze zijn ong.
15 cm lang. Als de zaadcel in de eileider een rijpe 
eicel tegenkomt kan die deze bevruchten.

Slide 10 - Slide

Hoe voorkom je zwangerschap?
Als je juist niet zwanger wilt worden, moet je voorbehoedsmiddelen gebruiken.
Een voorbehoedsmiddel is goed als het aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1. Het voorkomt een zwangerschap
  2. Het is gemakkelijk in gebruik
  3. Het is niet schadelijk voor de gezondheid

Slide 11 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Een condoom is een soort hoesje wat je om de penis schuift.
Het vangt de zaadcellen op, zodat ze niet in de vagina van de  vrouw komen.
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel wat ook beschermt
tegen SOA's!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Voorbehoedsmiddelen
De anticonceptiepil (de pil) bevat hormonen die de eisprong voorkomen.
Hierdoor rijpt er dus geen eicel en kan die ook niet bevrucht worden.
Daarnaast wordt het slijm in de baarmoedermond dikker, waardoor 
zaadcellen moeilijker naar binnen komen.

De meeste pilsoorten slik je 21 dagen, waarna je een stopweek hebt. In
die stopweek wordt je dan ongesteld.

De pil beschermt niet tegen SOA's!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Voorbehoedsmiddelen
In de anticonceptiepleister en het hormoonstaafje zitten hormonen 
die hetzelfde werken als de hormonen in de pil.
De pleister plak je op je huid, het hormoonstaafje wordt
onder de huid geplaatst.

Slide 16 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Het spiraaltje wordt in de baarmoeder geplaatst. Om het steeltje van 
het spiraaltje zit koperdraad of er zitten hormonen in.
Het spiraaltje maakte vrouw minder vruchtbaar en het voorkomt dat 
een bevruchte eicel zich kan innestelen.

Slide 17 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Een niet-tijdelijk voorbehoedsmiddel is sterilisatie. Bij sterilisatie worden de zaadleiders bij een man en de eileiders bij een vrouw afgebonden en doorgesneden.
Dit is dus een voorbehoesmiddel dat voor man en vrouw gelijk is.

Slide 18 - Slide

Onbetrouwbare methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. (voorvocht bevat ook al zaadcellen)

Periodieke onthouding - heeft het stel geen geslachtsgemeenschap tijdens de vrichtbare periode. 

Slide 19 - Slide

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Morning-afterpil: als deze pil binnen 72 uur ingenomen wordt, voorkomt het hormoon in de pil het innestelen van de bevruchte eicel.
  • Abortus: via een abortus kan een bestaande
zwangerschap beëindigd worden. De bevruchte
eicel wordt dan weggezogen. Een abortus kan 
alleen als de vrouw niet langer dan 24 weken
zwanger is.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Een stelling
Abortus mag tot 24 weken. Het is goed dat het mag.

Slide 22 - Slide

Aan de slag
  • Lees blz. 46 in je leerboek
  • Maak opdracht 14 t/m 19 uit je activiteitenboek (blz. 59, 60 en 61)

Slide 23 - Slide