online lessen strategieles verbanden / verwijswoorden

Strategieles serie 2 verbanden niveau C 
les 4

Deze vind je in teams bij opdrachten. 
Het is nog steeds hetzelfde document.
Hier werken we nu al vier weken in.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Strategieles serie 2 verbanden niveau C 
les 4

Deze vind je in teams bij opdrachten. 
Het is nog steeds hetzelfde document.
Hier werken we nu al vier weken in.

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Nakijken lesmateriaal van vorige week
Verder werken aan de rest van de les, waarbij het steeds duidelijker wordt dat woorden verbanden in
een zin kunnen aangeven. 
Welke woorden zijn dat? 
Welke verbanden worden bedoeld?

Slide 2 - Slide

Welk woord hoort niet bij het verband:
opsomming of volgorde
A
en
B
voordat
C
maar
D
ook

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het verband:
opsomming of volgorde
A
ten eerste
B
daardoor
C
zowel....als
D
ten tweede

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het verband:
opsomming of volgorde
A
door ......te
B
nadat
C
ten slotte
D
toen

Slide 5 - Quiz

Welk woord geeft niet het verband tegenstelling of verschil aan
A
ondanks
B
omdat
C
echter
D
niet

Slide 6 - Quiz

Welk woord geeft niet het verband tegenstelling of verschil aan
A
daarom
B
het tegenovergestelde
C
in tegenstelling tot
D
hoewel

Slide 7 - Quiz

Welk woord geeft niet het band middel-doel aan:
A
door....te
B
om....te
C
en
D
zodat

Slide 8 - Quiz

Welk woord geeft niet het band middel-doel aan:
A
daarmee
B
door middel van
C
met behulp van
D
onder andere

Slide 9 - Quiz

Welk woord geeft het verband oorzaak-gevolg of reden - gevolg aan
A
tenslotte
B
daardoor
C
zoals
D
in tegenstelling tot

Slide 10 - Quiz

Welk woord geeft het verband oorzaak-gevolg of reden - gevolg aan
A
voorbeeld
B
en
C
maar
D
namelijk

Slide 11 - Quiz

Uitleg

Slide 12 - Slide

Opdracht 7  ( blz. 12, 13)
Onderstreep of markeer tijdens het lezen signaalwoorden 
( gebruik het blad met het overzicht van de signaalwoorden hierbij! deze vind je ook in teams bij deze les)
Beantwoord dan de vragen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Nakijken opdracht 7

Slide 16 - Slide

GA DOOR MET OPDRACHT 8 ( BLZ. 14 EN 15)

Noteer de signaalwoorden het verband dat wordt bedoeld en beschrijf het verband

Slide 17 - Slide