Hoofdstuk 4 paragraaf 2 Koude Oorlog

4. De wereld na de oorlog
4.2 De Koude Oorlog 1945-1991


1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4. De wereld na de oorlog
4.2 De Koude Oorlog 1945-1991


Slide 1 - Slide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: De blokvorming tussen Oost en West en de Koude Oorlog.

Slide 2 - Open question

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: De blokvorming tussen Oost en West en de Koude Oorlog. 
• Je kan uitleggen hoe en waardoor de tegenstelling tussen Oost en West ontstond.
• Je kan uitleggen waardoor de tegenstelling groeide.
• Je kan uitleggen hoe tijden van ontspanning en spanning elkaar afwisselden.
• Je kan uitleggen hoe de Koude Oorlog eindigde.
• Je weet wie de leidingen hadden van de blokvorming in de wereld.
• Je weet welke landen in het Oostblok zaten.
• Je weet welke landen in het Westblok zaten.
• Je weet welke ideologie bij het Oostblok hoort.
• Je weet welke ideologie bij het Westblok hoort.
• Je weet hoe Duitsland verdeeld werd na de Tweede wereldoorlog.
• Je weet de ideologie bij deze verdeling te benoemen.
• Je kan uitleggen wat het IJzeren Gordijn is.
• Je weet wat de Berlijnse Muur is.

• Je kan uitleggen wat containment is.
• Je kan uitleggen hoe de Marshallhulp, de containment hielp.
• Je weet de militaire bondgenootschap van het Westblok.
• Je weet de militaire bondgenootschap van het Oostblok.
• Je weet waarom in 1949 westerse landen hun militaire uitgaven vergrootte.
• Je kan uitleggen wat een atoomoorlog is.
• Je kan uitleggen waarom er in 1953 de spanning verminderde tussen het Oostblok en het Westblok.
• Je kan uitleggen welke wapenwedloop ontstond na de Tweede Wereldoorlog.
• Je kan uitleggen waarom in 1961 de spanning tussen het Westblok en het Oostblok toch weer opliep.
• Je kan uitleggen hoe de spanning in 1962 bijna uitliep op een atoomoorlog.
• Je kan uitleggen wat ontspanning betekende tussen Amerika en de Sovjet-Unie.
• Je kan uitleggen hoe de Koude Oorlog ten einde kwam.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is dekolonisatie?

Slide 5 - Open question

Welke twee landen waren fel tegen het hebben van kolonies na 1945?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

4.2 introductie
Na WOII kwamen SU en VS als sterkste landen uit de oorlog. Tijdens de oorlog waren ze bondgenoten, maar de sfeer veranderde na de oorlog en de landen kwamen tegenover elkaar te staan. 
De wereld raakte verdeeld in twee blokken: Oost en West.

Slide 8 - Slide

Wat betekent de Koude Oorlog?

Slide 9 - Open question

Koude Oorlog
Waarom heet dit conflict een Koude Oorlog?
De SU en de VS kwamen nooit tot een directe confrontatie met elkaar, er werd niet op hun grondgebied gevochten.

Conflicten werden via andere landen uitgevochten:
- Korea oorlog               - Duitse deling
- Cubacrisis

Slide 10 - Slide

Politieke leiders 
na 1945
  • De 'grote drie'
  • Frankrijk?

Slide 11 - Slide

Noem 4 kenmerken van het Westen

Slide 12 - Open question

Noem 4 kenmerken van het Oostblok

Slide 13 - Open question

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen arm/rijk

Slide 14 - Slide

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid

Slide 15 - Slide

Verschillen nog eens tussen het 'Westen' en het 'Oosten'
                                      
                                          Westen                       Oosten
Economie                    Vrije markt                 In handen van de staat  
Politiek                          Democratie               Eenpartij-staat     

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Leg uit wat bij Jalta en Potsdam werd besloten

Slide 18 - Open question

Conferentie van Jalta
 feb 1945

Conferentie van Potsdam
juli - aug 1945

Slide 19 - Slide

Was de verdeling van Duitsland gunstig voor de Verenigde Staten, Groot-Brittanië en Frankrijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: De blokvorming tussen Oost en West en de Koude Oorlog.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Leg uit wat de Marshallhulp was

Slide 23 - Open question

Leg uit wat containmentpolitiek betekent

Slide 24 - Open question

Leg het verband uit tussen containmentpolitiek en de marshallhulp

Slide 25 - Open question

Politiek van de VS
President Truman besloot alle landen die door het communisme werden bedreigd te helpen, hoe?
- containmentpolitiek: Het isoleren van het communisme. VS zorgde ervoor dat alle landen om een communistisch land heen, een democratie zou blijven (indamming).
- Marshallhulp: onderdeel van de containment. Economische hulp in de vorm van leningen aan West-Europa. 

Slide 26 - Slide

Blokvorming
Blokvorming: het ontstaan van vijandige groepen van nauw aaneengesloten landen.
  • Propaganda

NAVO ( april 1949)
Warschaupact (mei 1955)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat betekent de 'Koude Oorlog'
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin geen directe confrontatie is

Slide 29 - Quiz

Wat was geen onderdeel van

'containment'?
A
Marshallhulp
B
Propaganda
C
Warschaupact
D
NAVO

Slide 30 - Quiz

Ontspanning en spanning
Na de dood van Stalin kwam er ontspanning: 
  1. Opvolger Chroesjtsjov zei dat kapitalisme en communisme naast elkaar moesten leven. 
  2. Alles doen om een Atoomoorlog te voorkomen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Ontspanning en Spanning
Toch was er ook spanning: 
  • Wapenwedloop tussen Amerika en de Sovjet-Unie over atoombommen ging door. 
  • De Berlijnse muur werd in 1961 neergezet. 
  • In 1959 was er de Cuba crisis. Sovjet-Unie wilde atoombommen daar neerzetten. Uiteindelijk haalde de Sovjet-Unie deze weg. 
  • Vietnamoorlog vocht het kapitalistische Zuid-Vietnam tegen het communistische Noord-Vietnam.  Noord-Vietnam won. 

Slide 33 - Slide

Einde van de Koude Oorlog
In 1989 kwam er plotseling een einde aan de koude oorlog. 
  • In 1985 stond de nieuwe Sovjetleider Gorbatsjov ineens meer vrijheid toe. 
  • 1989 braken er massale protesten uit in Communistische landen in Oost-Europa.
  • In 1989 viel de Berlijnse muur door deze protesten. 
  • 1990 werd de Oost-Duitse DDR opgeheven. 
  • 1991 viel ook de Sovjet-Unie.  

Slide 34 - Slide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: De blokvorming tussen Oost en West en de Koude Oorlog.

Slide 35 - Open question

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 4.2. 
  • Leren leerdoelen 4.2.  

Slide 36 - Slide