Voeding en vertering 1

Voeding en vertering
Leerjaar 4
thema 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voeding en vertering
Leerjaar 4
thema 4

Slide 1 - Slide

Onderwerpen deze les
  • Voedsel/voedingsmiddelen

  • Voedingsstoffen

Slide 2 - Slide

Voedsel
Landbouw
Tuinbouw
Veeteelt

Soms worden bacterien of schimmels toegevoegd om voedsel te bewerken.

Slide 3 - Slide

Schimmels
Bier, brood en wijn

Bevatten gisten; gisten zijn eencellige schimmels die koolstofdioxide en alcohol maken

Slide 4 - Slide

Bacterien
Zuurkool, Kaas en yoghurt

Bacterien maken bijv. melkzuur waardoor de yoghurt zijn specifieke smaak krijgt

Slide 5 - Slide

Conserveren
Conserveren is het langer houdbaar maken van voedsel

of
Beschermen tegen schimmels en bacterien die doen bederven

Slide 6 - Slide

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn de producten die je eet en drinkt.

Dierlijk
Plantaardig

Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen

Slide 7 - Slide

6 voedingsstoffen
Eiwitten (Bouwstof)
Vetten (Reservestof)
Koolhydraten (Brandstof)
Mineralen (Beschermende stof)
Vitaminen (Beschermende stof)
Water (Bouwstof)

Voedingsvezels (Darmbewegingen)

Slide 8 - Slide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen


Teveel aan eiwitten? 
Eiwit wordt verbrand, brandstof.
Cytoplasma
Spieren

Slide 9 - Slide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. 

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)


Wat zijn koolhydraten:
Suikers (glucose), zetmeel, voedingsvezels en glycogeen. 

Slide 10 - Slide

Aardappel zetmeel
Glucose en zetmeel
Wat is zetmeel?

Slide 11 - Slide

Zetmeel






zetmeel aantonen?

Slide 12 - Slide

Met joodoplossing 
zetmeel aantonen

Slide 13 - Slide

Vetten
  • Brandstof en bouwstof
  • Overtollige vetten? Reservestof
  • Onverzadigde en verzadigde vetten
  • Onverzadigde vetten zijn Ok
  • Verzadigde vetten zijn Verkeerd 

Slide 14 - Slide

Water is belangrijk 

Je lichaam bestaat voor ca. 60% uit water.
Dit zit grotendeels opgeslagen in het cytoplasma van je cellen.
In je bloed zit ook veel water.

Slide 15 - Slide

Mineralen

Mineralen worden ook wel voedingszouten genoemd.
Voorbeelden zijn: ijzer, zout en fluoride
Het lichaam kan zelf geen mineralen aanmaken.
Mineralen zijn nodig voor allerlei processen in het lichaam.


Slide 16 - Slide

Vitaminen
  • Dienen als bouwstoffen en beschermende stoffen.
  • Als je te weinig vitaminen binnenkrijgt dan wordt je ziek, maar ook als je teveel binnenkrijgt.

  • Belangrijke vitaminen zijn: Vitamine A, Vitamine B, Vitamine C, Vitamine D en Vitamine K.
  • Vitamine A is nodig voor de opbouw van de huid. Vitamine D is nodig voor het vastleggen van kalk van je botten.

Slide 17 - Slide

Zetmeel aantonen
- Zetmeel kun je aantonen met Jodium (Joodoplossing)

Slide 18 - Slide