thema 4 stevigheid en beweging - herhalingsles van wts
Stevigheid en beweging
Herhalen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Stevigheid en beweging
Herhalen
Slide 1 - Slide
de functies van het skelet (4)
Slide 2 - Mind map
Waar bevind dit kraakbeen zich?
Slide 3 - Mind map
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 4 - Quiz
Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten
Slide 5 - Quiz
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 6 - Quiz
Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen
Slide 7 - Quiz
Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag
Slide 8 - Quiz
Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen
Slide 9 - Quiz
De biceps horen bij het...?
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet
Slide 10 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 11 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 1?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 12 - Quiz
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad
2 = ribben
B
1 = sleutelbeen
2 = schouderblad
C
1 = schouderblad
2 = sleutelbeen
D
1 = ribben
2 = sleutelbeen
Slide 13 - Quiz
Waar vind je GEEN kraakbeen in je lichaam?
A
Het oor
B
De neus
C
De onder en bovenkaak
D
De wervelkolom
Slide 14 - Quiz
Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Gewrichten
Slide 15 - Quiz
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
Gewrichten
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Vergroeid
Slide 16 - Quiz
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 17 - Quiz
Gewrichtskogel
Gewrichtskom
Gewrichtkapsel
Gewrichtsmeer
Kraakbeenlaagje
Slide 18 - Drag question
Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4
Slide 19 - Drag question
Sleep de namen van de spieren naar de juiste plek.
Armstrekspier
Voorste dijspier
Kuitspier
Slide 20 - Drag question
Je moet heel erg nodig poepen, er is alleen geen wc in de buurt, dus je moet het ophouden. Zijn hierbij skeletspieren betrokken? En kan je de spieren bewust aansturen?
A
Geen skeletspieren bij betrokken, ook geen bewuste aansturing
B
Wel een skeletspier, en wel bewuste aansturing
C
Geen skeletspieren, een spier is wel bewust aangestuurd, andere spieren niet
D
Geen skeletspieren, alle spieren kan je bewust aansturen
Slide 21 - Quiz
Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
kraakbeen
Slide 22 - Drag question
Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad
Slide 23 - Quiz
Hier zie je een schedel van een hond. Bij honden komen dezelfde beenverbindingen voor als bij mensen.
Welke twee beenverbindingen komen voor in de schedel van een hond?
A
kraakbeen
B
naadgewricht
C
vergroeid
D
kogelgewricht
Slide 24 - Quiz
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren
Slide 25 - Quiz
Bewegen is goed voor je ......
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Spieren
B
Longen
C
Gewrichten
D
Hart
Slide 26 - Quiz
Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
Naadverbinding
B
Gewrichten
C
Kraakbeen
D
Vergroeid
Slide 27 - Quiz
Een voorbeeld van een kogelgewricht zijn de gewrichten in mijn vingers.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Heeft dit skelet ook een schouderblad?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quiz
sleutelbeen
A
B
C
D
Slide 30 - Quiz
heiligbeen
A
B
C
D
het heiligbeen bestaat niet
Slide 31 - Quiz
bovenkaak
A
B
C
Slide 32 - Quiz
opperarmbeen
A
B
C
D
het opperarmbeen bestaat niet
Slide 33 - Quiz
opperbeenarm
A
B
C
D
het opperbeenarm bestaat niet
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Open question
Dit bot beschermt je knie
A
Kuitbeen
B
Scheenbeen
C
Knieschijf
D
Knieplaat
Slide 37 - Quiz
Hoe noem je bot nummer 1 en 2?
A
1. Heupbeen
2. Staartbeen
B
1. Heupbeen
2.Dijbeen
C
1. Wervelkolom
2. Dijbeen
D
1. Dijbeen
2. Knieschijf
Slide 38 - Quiz
Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof
Slide 39 - Quiz
In kraakbeen zit
A
veel kalk
B
weinig kalk
Slide 40 - Quiz
Borstkas (tussen borstbeen en ribben)
A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht
Slide 41 - Quiz
Schedel
A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht
Slide 42 - Quiz
Tenen
A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht
Slide 43 - Quiz
Heiligbeen
A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht
Slide 44 - Quiz
Een fontanel is een opening tussen de schedelbeenderen