This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom bij wiskunde
Slide 2 - Slide
Planning van deze les
Terugkijken naar de vorige les
Uitleg nieuwe leerdoelen
Werken aan hw als er tijd over is.
Slide 3 - Slide
Hfst1 §1 Rekenen met procenten en verhoudingen
Ik weet het verschil tussen absoluut en relatief.
Ik kan rekenen met procenten.
Slide 4 - Slide
Zie de tabel over het aantal havoleerlingen per profiel in de periode 2012-2017.
Wat is de absolute toename van het aantal leerlingen met een NT-profiel?
Slide 5 - Open question
Zie de tabel over het aantal havoleerlingen per profiel in de periode 2012-2017.
Wat is de relatieve toename van het aantal leerlingen met een NT-profiel?
Slide 6 - Open question
Het aantal leerlingen met een NG-profiel is in deze periode met 29,9% toegenomen. Hoeveel leerlingen hadden in 2017 een NG-profiel?
Slide 7 - Open question
Het aantal leerlingen met een EM-profiel nam in deze periode met 4,2% toe. Hoeveel leerlingen hadden dit profiel in 2012?
Slide 8 - Open question
Het aantal leerlingen met een CM-profiel nam met 3300 af. Dat is een afname van 19,4%.
Hoeveel CM-leerlingen waren er in 2017?
Slide 9 - Open question
Hfst1 §1 Rekenen met procenten en verhoudingen
Ik kan rekenen met verhoudingstabellen
Ik kan rekenen met verhoudingen.
Slide 10 - Slide
De laatste vraag had ook met een verhoudingstabel opgelost kunnen worden:
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Anna, Bram en Eva doen mee aan een estafetteloop van in totaal 24 km. Ze spreken af dat ze de afstand zullen verdelen in 6 delen. Anna loopt 1 deel, Bram 2 en Eva 3. We zeggen dan dat ze de afstand verdelen in de verhouding 1 : 2 : 3. Hoe ver moet Anna lopen?
Slide 13 - Open question
Anna, Bram en Eva doen mee aan een estafetteloop van in totaal 24 km. Ze spreken af dat ze de afstand zullen verdelen in de verhouding 1 : 2 : 3.
Hoe ver loopt Eva?
Slide 14 - Open question
Bij een andere estafetteloop van 24 km hebben Anna, Bram en Eva de afstand verdeeld in de verhouding 3 : 4 : 5 waarbij Anna de kortste afstand loopt en Eva de langste. Om uit te rekenen hoeveel km ieder loopt moet je het totaal van 24 km eerst delen door een aantal delen, hoeveel delen heb je bij deze verhouding?
Slide 15 - Open question
Bij een andere estafetteloop van 24 km hebben Anna, Bram en Eva de afstand verdeeld in de verhouding 3 : 4 : 5 waarbij Anna de kortste afstand loopt en Eva de langste.
Hoe ver loopt Eva bij deze estafetteloop?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Bij een derde estafetteloop hebben Anna, Bram en Eva de afstand verdeeld in de verhouding 4 : 5 : 7 waarbij Anna de kortste afstand loopt en Eva de langste. Eva loopt 4,5 km meer dan Anna. Hoeveel km loopt Bram in deze estafetteloop?
Slide 18 - Open question
huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
- Ik kan rekenen met verhoudingstabellen
- Ik kan rekenen met verhoudingen.
Tip: Maak hiervoor minimaal de opgaven 16 en 17 van paragraaf 1 van hoofdstuk 1.