4.5 verder

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

doel:

Ik leer van werkwoorden zelfstandige naamwoorden maken.

In welke zin wordt het werkwoord als zelfstandig naamwoord gebruikt?

1. De mannen acteren elke dag
2. Acteren is moeilijk.
3. Ze acteren goed.
4. -

In welke zin wordt het werkwoord als zelfstandig naamwoord gebruikt?

1. 
2. 
3. 
4. -

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.

Mijn vader snurkt erg hard. Zijn.............is overal te horen.

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.

Hij moest hard praten. Door het hard...........heeft hij nu keelpijn.

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord.

We hebben gisteren geverfd. Het..................is goed gelukt!

Aan de slag!

Maken 4.5 woorden

opdracht: 15, 16 + 17

afmaken van gisteren: 

4 t/m 10

Klaar? 

Verder met 

filmposter!