Wie ben ik? Blok 2




Blok 2 - Waar kom je vandaan? 

Thema 1: Wie ben ik?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




Blok 2 - Waar kom je vandaan? 

Thema 1: Wie ben ik?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Als je klaar bent met dit blok, kun je:
  • vertellen hoe wij aan informatie over het verleden komen.
  • uitleggen waarom kennis over je eigen geschiedenis belangrijk is.
  • de namen van de tijdvakken en periodes opnoemen.
  • met de kenmerken van een tijd, een tijdvak herkennen.
  • uitleggen waarom de tijdvakken steeds korter worden.




Slide 2 - Slide

Tijd

  • Tijd kan je op meerdere manieren indelen:
- Via tijdvakken (symbolen)            ------->    
Is een nieuwe periode in de geschiedenis.
- Doormiddel van een tijdlijn.



Slide 3 - Slide

Tijdvak = periode uit de geschiedenis

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Tijdvakken
  • Is een nieuwe periode in de geschiedenis.
  • Een tijdvak heeft een beginjaartal en een eindjaartal.

  • Een nieuwe tijdvak begint meestal met een grote verandering.
- Uitvinding van de stoommachine.
- Wereldoorlog
- Ontdekking van Amerika (Nieuwe Wereld)
- De ontdekking van het schrift

Hoe lang duurt een eeuw?     En hoelang een millennium?

Slide 6 - Slide

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 7 - Drag question

Aan de slag
Lezen: Waar gaat dit blok over? Tijd in stukken. De uitvinding 
van het schrift. Onze jaartelling
Maken: 
kb: opdracht 1 t/m 4, 6 t/m 13, 17 en 18
tl: opdracht 1 t/m 13 , 17 en 18
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Les 2: Wat gaan we doen?
  • Herhaling les 1
  • Uitleg Uitvinding van het schrift en onze jaartelling
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Als je klaar bent met dit blok, kun je:
  • vertellen hoe wij aan informatie over het verleden komen.
  • uitleggen waarom kennis over je eigen geschiedenis belangrijk is.
  • de namen van de tijdvakken en periodes opnoemen.
  • met de kenmerken van een tijd, een tijdvak herkennen.
  • uitleggen waarom de tijdvakken steeds korter worden.
  • uitleggen waarom de uitvinding van het schrift belangrijk was
  • voorbeelden geven van verschillende jaartellingen




Slide 10 - Slide

Tijdvak 1: tijd van de Jagers en Boeren
Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: tijd van Monniken en Ridders
Tijdvak 4: tijd van Steden en Staten
Tijdvak 5: tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten

Slide 11 - Drag question

Noem eens drie dingen waar jij informatie vandaan haalt

Slide 12 - Open question

Informatie opzoeken
  • Om informatie te zoeken gebruik je bronnen.

  • Een bron is iets wat informatie geeft;
  1. - Leraar die wat vertelt.
  2. - Een internetsite
  3. - Videos of filmpjes die informatie geven

  • Een bron is iets wat informatie geeft en die informatie kun jij gebruiken.

Slide 13 - Slide

Foto uit 1956

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

www.google.nl

Slide 16 - Slide

Grafiek

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Lezen: Waar gaat dit blok over? Tijd in stukken. De uitvinding 
van het schrift. Onze jaartelling
Maken: 
kb: opdracht 1 t/m 4, 6 t/m 13, 17 en 18
tl: opdracht 1 t/m 13 , 17 en 18
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Wat zijn bronnen?
A
Dingen uit het verleden
B
Dingen uit de geschiedenis
C
Dingen die ons informatie geven over het verleden
D
Dingen die mensen uit het verleden hebben achtergelaten

Slide 19 - Quiz

Bronnen 
directe bronnen

Gemaakt door mensen die er bij (betrokken) waren 

indirecte bronnen

Gemaakt door mensen die er niet bij waren (achteraf gemaakt)
 

Slide 20 - Slide

Bronnen 
  • geschreven bronnen                                                                                     - boeken                                                                                                               - brieven
  • ongeschreven bronnen                                                                                - speerpunten                                                                                                    - graven

Slide 21 - Slide

Wat voor bron is dit ?
ongeschreven bron
geschreven bron

Slide 22 - Poll

Wat voor bron is dit ?
ongeschreven bron
geschreven bron

Slide 23 - Poll

Wat voor bron is dit ?
ongeschreven bron
geschreven bron

Slide 24 - Poll

De uitvinding van het schrijven
  • Bron = een persoon die of ding dat je informatie geeft. Een bron kan uit elke tijd zijn.

  • Prehistorie = de tijd waarin mensen niet konden lezen en schrijven. (Pre = vooraf - Historie = geschiedenis, dus voor de geschiedenis).

  • Historie = de tijd waarin mensen konden lezen en schrijven.

Slide 25 - Slide

Onze jaartelling
De tijd waarin je bent geboren is belangrijk over hoe je denkt en wat je doet. Een groep mensen die in dezelfde tijd zijn geboren, noemen we generatie.

Voor het christelijke geloof is de geboorte van Jezus belangrijk. Daarom hebben ze zijn geboortejaar het jaar 1 genoemd.

Een eeuw = 100 jaar
- 1e eeuw: 0 tot het jaar 100
- 2e eeuw: 100 tot het jaar 200

Slide 26 - Slide

Aan de slag
Lezen: Waar gaat dit blok over? Tijd in stukken. De uitvinding 
van het schrift. Onze jaartelling
Maken: 
kb: opdracht 2 t/m 4, 6 t/m 9, 11 t/m 13, 17 en 18
tl: opdracht 2 t/m 12 , 17 en 18
Leren: Kennen en kunnen + begrippen
Klaar?
- Keuzemenu           - eigen voorstel (overleg met je docent)
- Ander vak
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Behoren de Grieken en Romeinen bij de historie of prehistorie?
A
Historie
B
Prehistorie
C
Geen van beiden

Slide 28 - Quiz

Leg je antwoord van de vorige vraag uit.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Video

Waarvoor gebruik je een bron?
A
Om informatie op te zoeken
B
Om over een onderwerp meer te weten te komen
C
Om te achterhalen hoe men in vorige tijden leefden
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 31 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een bruikbare bron
A
Een krant
B
Een kleurplaat
C
Een youtubefilmpje
D
Een foto

Slide 32 - Quiz

Stelling: Een tijdvak is een periode uit de geschiedenis.

A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist

Slide 33 - Quiz

Een nieuwe tijdvak begint meestal met een...
A
Leuke gebeurtenis
B
Grote verandering
C
Een ramp of negatieve
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 34 - Quiz

Welke informatie kunnen we halen uit de bron op de rechterfoto?

Slide 35 - Open question

556 n.C.
689 n. C.
1850 n. C.
4e eeuw
5e eeuw
6e eeuw
7e eeuw
10e eeuw
17e eeuw
18e eeuw
19e eeuw

Slide 36 - Drag question