1BB LWB 1 Blok 2

Startopdracht maak opdracht 4 blz. 30
timer
5:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht maak opdracht 4 blz. 30
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Programma

Uitleg
Stiltewerktijd
Nakijken
Afsluiten
Doelen

Weten wat de tijdvakken zijn
Weten hoelang de tijdvakken duren

Slide 2 - Slide

Tijd in stukken
BLZ. 34

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Even op een rijtje
De aarde is 4,5 miljard jaar oud (4.500.000.00)
De eerste mens is 200.000 jaar oud
Onze jaartelling is 2024 jaar oud

Slide 5 - Slide

Stilte werktijd

Lees blz. 28 Tijd in stukken
Maak opdracht 3 
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Hoe lang duren de meeste tijdvakken?
A
100 jaar
B
500 jaar
C
1000 jaar
D
2000 jaar

Slide 7 - Quiz

Hoe lang duurt het kortste tijdvak?
A
10 jaar
B
50 jaar
C
100 jaar
D
200 jaar

Slide 8 - Quiz

Het langste tijdvak is
A
Tijd van Jagers en Boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van Monniken en Ridders
D
Tijd van Steden en Staten

Slide 9 - Quiz

Programma

Opdrachten afmaken
Uitleg
Stilte werktijd
Nakijken
Afsluiten
Doelen

Weten hoe je de jaren telt in eeuwen

Slide 10 - Slide

Afmaken opdracht 3 en 4
blz 28, 29 en 30
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Hoe lang duurt een eeuw?
A
10 jaar
B
50 jaar
C
100 jaar
D
500 jaar

Slide 12 - Quiz

In de hoeveelste eeuw leven we nu?
A
20ste eeuw
B
21ste eeuw
C
22ste eeuw
D
24ste eeuw

Slide 13 - Quiz

De tweede wereld oorlog was
A
1 eeuw geleden
B
2 eeuwen geleden
C
3 eeuwen geleden
D
nog geen eeuw geleden

Slide 14 - Quiz

Programma

Uitleg
Stilte werktijd
Nakijken
Afsluiten
Doelen

Weten hoe je de jaren telt in eeuwen

Slide 15 - Slide

Eeuwen
Jaar 0 tot 100 = 1ste eeuw
Jaar 101 tot 200 = 2de eeuw
Jaar 201 tot 300 = 3de eeuw
Jaar 1901 tot 2000 = 20ste eeuw




0
100
200
2de eeuw
1ste eeuw

Slide 16 - Slide

Stilte werktijd
Lees blz. 32 Onze jaartelling
Maak opdracht 6 en 7
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Het jaar 79
A
1ste eeuw
B
tweede eeuw

Slide 18 - Quiz

Ga naar teams M&M 1F

Slide 19 - Slide

Programma

Uitleg
Stilte werktijd
Nakijken
Afsluiten
Doelen

Weten wat prehistorie en historie is
Weten wat geschreven en ongeschreven bronnen zijn
weten wat directe en indirecte bronnen zijn.

Slide 20 - Slide

De uitvinding van het schrift

Slide 21 - Slide

Historie en Prehistorie
Tijd van voor het schrift heet Prehistorie
Tijd van na het schrift historie


Slide 22 - Slide

Geschreven en ongeschreven
Bronnen

Slide 23 - Slide

Stilte werktijd
Lees blz. 36 De uitvinding van het schrijven
Maak opdracht 11 en 12

12 D is een samenwerkingsopdracht
bewaar deze voor na de stilte werktijd
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Hoeveel tijdvakken zijn er?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 25 - Quiz

Het jaar 1
A
1ste eeuw
B
tweede eeuw

Slide 26 - Quiz

Het jaar 79
A
1ste eeuw
B
tweede eeuw

Slide 27 - Quiz

Het jaar 250
A
1ste eeuw
B
tweede eeuw
C
3de eeuw
D
4de eeuw

Slide 28 - Quiz

Het jaar 2001
A
19de eeuw
B
20ste eeuw
C
21ste eeuw
D
22ste eeuw

Slide 29 - Quiz

De prehistorie is...
A
De tijd voordat het schrift werd uitgevonden
B
De tijd van Grieken en Romeinen
C
De tijd nadat het schrift werd uitgevonden
D
Alle jaren voor christus

Slide 30 - Quiz

Dit is een..
A
geschreven bron
B
ongeschreven bron
C
Dit is geen bron maar een gebouw

Slide 31 - Quiz

Stilte werktijd
Lees blz. 36 De uitvinding van het schrijven
nog een keer
 12
12 D is een samenwerkingsopdracht
bewaar deze voor na de stilte werktijd

Ben je klaar maak opdracht 15, 3, 4, 6, 7, 11
timer
10:00

Slide 32 - Slide

Maak opdracht 2 t/m 5

Slide 33 - Slide

De uitvinding van het schrift
BLZ
38

Slide 34 - Slide

Alles op een rijtje
Prehistorie = tijd voor het schrift
Bronnen = iets waar je informatie kan vinden over het verleden
Historie = de tijd vanaf de uitvinding van het schrift
Geschreven bron =  een bron met tekst
Ongeschreven bron= een bron zonder tekst
Directe bron = een bron uit de tijd waar de bron over gaat
Indirecte bron = een bron die later is gemaakt dan de tijd waar die over gaat.

Slide 35 - Slide

Maak opdracht 6 en 9

Slide 36 - Slide