This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Unit 3: Fashion and trends
Lesson 1: retail therapy
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Today
Jassen uit, telefoons weg, boeken op tafel!
Homework: hand out on aanwijzende voornaamwoorden : herhaling
Instructie some/any
Present perfect (voltooid verleden tijd)
Work work work work work work
Lesdoelen: leren op de juiste wijze gebruik maken van some/any en leren werken met de present perfect.
Slide 3 - Slide
Homework!
Exercise 5, 6 and 7, page 39 of workbook.
Ik kom even langs met stickers!
Then we will go over the answers together.
Slide 4 - Slide
-
Slide 5 - Slide
This/these vs That/those
Hand out! We'll go over it together
Slide 6 - Slide
Some/any
Some en Any zijn te vertalen met 'een paar' , 'wat' of 'enkele'.
Heeft u nog wat soep? Do you have some soup?
Ik heb een paar koekjes over. I have some cookies left.
Hij heeft geen koekjes over. He doesn't have any cookies left.
Slide 7 - Slide
Some/any: wanneer gebruik je wat?
Some : bij gewone zinnen en bij vragen waarop je een JA als antwoord verwacht.
Mom, can I have some money?
Any: bij ontkennende zinnen en bij alle andere vragen.
No, you can't have any money!
Do we have any cheese?
Slide 8 - Slide
Some/any: exercises
Try for yourself: exercise 24, page 44 of workbook
Slide 9 - Slide
Welke werkwoordsvorm is dit: He has been in Singapore since 2016
A
Present simple
B
Present continuous
C
Present perfect
D
Past simple
Slide 10 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is dit: I played tennis yesterday
A
Present simple
B
Present continuous
C
Present perfect
D
Past simple
Slide 11 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is dit? Is Dorothy playing tennis at the moment?
A
Present simple
B
Present continuous
C
Present perfect
D
Past simple
Slide 12 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is dit? Martin cooks Thai food every weekend.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Present perfect
D
Past simple
Slide 13 - Quiz
Present perfect = voltooid deelwoord
Have/has + werkwoord + ed
He has worked at the OSG for two years.
Je gebruikt de present perfect voor iets wat in het verleden is begonnen maar nog niet voor bij is: He has worked at the OSG for two years (en hij werkt er nog steeds).