Het voltooid deelwoord in het Duits kent twee vormen. Die van de sterke werkwoorden en die van de zwakke werkwoorden.
De regel is: Sterke werkwoorden = ge+ stam + en
Bijvoorbeeld sehen: Ge + stam = seh + en = gesehen
Zwakke werkwoorden = ge + stam + (e)t
Bijvoorbeeld machen: ge + stam=mach + t = gemacht
Reden: ge+ stam=red+et = geredet