This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Pak vast een verhaal
Slide 1 - Slide
Vandaag
Lezen
Info
PO Literatuurgeschiedenis
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lezen
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Periode 1
Beschouwing
Literatuurgeschiedenis begin 20e eeuw NA de kerstvakantie
Vandaag
Info
Lezen
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 4 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Doelen
Je weet wat het PO inhoudt.
Je hebt groepjes gemaakt voor het PO.
Je hebt de opdracht goed gelezen en weet wat je te doen staat.
Vandaag
Lezen
Info
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 5 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Doelen
Je maakt kennis met de Nederlandse literatuur begin 20e eeuw.
Je verkent de context van deze literatuur.
Je begint met het lezen van Titaantjes.
Vandaag
Info
Lezen
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 6 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Examen
Om een beter beeld te krijgen voor het SE Leesvaardigheid vandaag een examen maken.
Het SE telt 10% mee.
Je werkt verder waar je de vorige keer gebleven was.
Vandaag
Lezen
Info
Examen
Afsluiting
Slide 7 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Waarom?
Waarom moet je literatuurgeschiedenis kennen?
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg litgesch
Lezen
Afsluiting
Slide 8 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Wat is een literaire stroming?
Een denkwijze gedurende een bepaalde periode (tijdvak).
Denkwijze is visie op de werkelijkheid (d.w.z. op leven, maatschappij en kunst).
In literair werk zichtbaar in een aantal kenmerken van de inhoud en de stijl/vorm.
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg litgesch
Lezen
Afsluiting
Slide 9 - Slide
ontwikkelingen en gebeurtenissen tussen 1900 en 1940
Slide 10 - Mind map
1900-1940
Expressionisme
Nieuwe zakelijkheid
Neoromantiek
Modernisme
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Literatuur
Een snel veranderende samenleving
--> grote diversiteit in literatuur
--> geen hokjes maar een eigen weg
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Expressionisme
Bekendste als schilderkunst
Uitdrukken van gevoelens en ervaringen
Niet wát je ziet maar hoe je het ervaart
Één wet - er zijn geen wetten
geef je eigen subjectieve werkelijkheid weer
Slide 17 - Slide
De Nieuwe zakelijkheid
Schrijfstijl - niet echt een stroming
Strak, zakelijk, sober, nuchter, in zowel inhoud als stijl
Actualiteit, beschreven in rechttoe rechtaan beschreven in korte zakelijk zinnen waarin geen woord te veel stond
Objectief weergeven van de werkelijkheid
Gevoelens zijn van ondergeschikt belang
Slide 18 - Slide
Neoromantiek
Afkeer van de moderniteit
Afkeer van de snelle veranderingen, technologie en oorlog
Alledaagse werkelijkheid ontvluchten
Romantiek 2.0
Slide 19 - Slide
Modernisme
De mens is een onzeker iemand in onzekere tijden
Personages die aan alles twijfelen
Gedachten en gevoelens hoofdpersoon zijn belangrijker dan het verhaal--> stream of conciousness
Chronologie werd losgelaten en gedachten van personages waren lastig te volgen
Benadering van de werking van de geest
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Paul van Ostaijen
Dichter
Expressionisme (en dadaïsme)
Vrije verzen
Bijzondere typografie
Slide 22 - Slide
De Nieuwe zakelijkheid
Geen stroming maar een schrijfstijl
Strak en sober taalgebruik, weinig beschrijvingen
Geen sentimentaliteit
Ferdinand Bordwijk
Willem Elsschot
Slide 23 - Slide
Ferdinand Bordewijk
Strak, sober, weinig beschrijvingen, geen sentimentaliteit
Typische namen
Bint
Karakter
Blokken
Slide 24 - Slide
Willem Elsschot
Alphons de Ridder
Zakenman – ervaringen kwamen terug in boeken
Stijl: sober, maar trefzeker in woordkeus, eenvoudig
Geen sentimentaliteit
Ironie!
Slide 25 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Vorige les
Wat hebben we de vorige les ook alweer gedaan?
Wat was nieuw?
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg
Lezen
Afsluiting
Slide 26 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Lezen
Kies zelf:
Samen lezen of zelf aan de slag?
Ik ga in elk geval lezen met een klein groepje aan mijn bureau.
Vandaag
Lezen
Info
(Samen) lezen
Werken
Afsluiting
Slide 27 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Elsschot
Lees op literatuurgeschiedenis.nl het stuk over Willem Elsschot.
Leesvraag: wat valt je op?
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg
Lezen
Afsluiting
Slide 28 - Slide
Nescio
Pseudoniem van J.H.F. Grönloh)
Betekent: (ik) weet niet
Schrijver van De uitvreter - Titaantjes - Dichtertje (1911- 1915)
Tijdens Nieuwe zakelijkheid (rond 1932- 1935) geherwaardeerd.
De verhalen pasten veel beter bij die stijl: nuchter, spottend, cynisch.
Slide 29 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Start PO
Je werkt verder aan het PO.
Vragen? Stel ze vooral!
Vandaag
Lezen
Info
(Samen) lezen
Werken
Afsluiting
Slide 30 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Start PO
1. Wie was Willem Elsschot en wat was zijn literatuuropvatting? Herken je al autobiografische elementen, welke dan?
Vandaag
Info
Lezen
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 31 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Start PO
4. Elsschot brengt een bepaald mensbeeld over. Je zou kunnen zeggen dat de personages een soort mens vertegenwoordigen. Omschrijf dit mensbeeld. Je kunt dit vooral opmaken uit de gedragingen en drijfveren van de personages. Geef één voorbeeld hiervan.
Vandaag
Info
Lezen
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 32 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Examen
Uitwerking vs. precisering:
Bij een uitwerking wordt vaak een voorbeeld gegeven.
Bij precisering wordt iets nog meer uitgelegd.
Maar kijk even mee naar het erratum!
Vandaag
Lezen
Info
Werken
Afsluiting
Slide 33 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Examen
Belangrijk is het verschil bij vraag 8.
Veel mensen hadden samenvatting.
Dat is echt niet goed...
Kijk even mee.
Vandaag
Lezen
Info
Werken
Afsluiting
Slide 34 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Nakijken
Kijk mee met het nakijken.
Bewaar het examen, we maken het later af en dan kun je je cijfer berekenen.
Vandaag
Lezen
Info
(Samen) lezen
Werken
Afsluiting
Slide 35 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Opdracht
Je gaat naar:
lezen voor de lijst = lezenvoordelijst.nl
Je zoekt op:
Titaantjes
Je maakt:
Opdracht N4 Context (onderaan pagina)
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg
Werken
Afsluiting
timer
15:00
Slide 36 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Opdracht
Hoe pak je zo'n opdracht eigenlijk aan?
Vandaag
Lezen
Info
Uitleg
Werken
Afsluiting
Slide 37 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Eindopdracht
Lees mee, markeer & steek je hand op bij vragen.
Vandaag
Lezen
Info
PO
Werken
Afsluiting
Slide 38 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Aan de slag!
Maak groepjes & meld ze bij me aan.
Ik zeg je welk personage je krijgt.
Ga lezen in groepjes; lees elkaar voor, maak aantekeningen etc.
Ik ben hier als je vragen hebt!
Vandaag
Lezen
Info
PO
Werken
Afsluiting
Slide 39 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Doelen
Je maakt kennis met de Nederlandse literatuur begin 20e eeuw.
Je verkent de context van deze literatuur.
Je begint met het lezen van Titaantjes.
Vandaag
Info
Lezen
Start PO
Werken
Afsluiting
Slide 40 - Slide
Info
Uitleg Woordenschat
Opdracht Woordenschat maken
Vragen?
Verder werken
Afsluiting
Doelen
Je weet wat het PO inhoudt.
Je hebt groepjes gemaakt voor het PO.
Je hebt de opdracht goed gelezen en weet wat je te doen staat.