3.1 Hofstelsel en horigheid

Hoofdstuk 3 de vroege middeleeuwen

Wat weet jij van de middeleeuwen?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 de vroege middeleeuwen

Wat weet jij van de middeleeuwen?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Blz.75
Bekijk de kenmerkende aspecten 9 t/m 12
Bij welk KA passen de volgende beeldbronnen?...

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

KA?
KA?

Slide 5 - Slide

KA?
KA?

Slide 6 - Slide

Romeinse Rijk
Goed  georganiseerd bestuur

Goed georganiseerd leger

Urbane agrarische samenleving 

Slide 7 - Slide

middeleeuwen
Agrarische samenleving

Bijna iedereen werkt in de landbouw, behalve adel en geestelijkheid. 

zelfvoorziening= autarkie

Slide 8 - Slide

Waarom verdween de landbouwstedelijke samenleving? 
Door diverse oorzaken verdween het Romeinse gezag. 
Mensen sloegen op de vlucht voor veiligheid. 

gevolgen:
  • steden liepen leeg 
  • reizen moeilijk en onveilig
  • geen handel
  • geldeconomie verdween
  • landbouw stedelijke samenleving verdween
  • landbouw belangrijkste middel van bestaan




Slide 9 - Slide

agrarisch urbane samenleving?
agrarische samenleving?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welkom
Deze les:
Bespreken huiswerk
Terugblik
Opdracht over het domein

Slide 12 - Slide

aan de slag blz. 77-80
  1. Zoek zelfstandig op in je boek wat 
een hofstelsel is,
2.Wat is de sociale positie van een vrije boer, een horige en een lijfeigene?
3. Wat zijn de onderlinge verschillen tussen bovenstaande groepen en wat zijn de overeenkomsten?
4. Waarom was het idee van 'res publica' verdwenen in de middeleeuwen?
Tijd over?
Lees de casus op blz. 76. Wat vind jij, anno 2023, van deze manier van rechtspreking op het domein?

timer
10:10

Slide 13 - Slide





Agrarische samenleving?
Hofstelsel?
Economisch of politiek systeem?
Waarom?
Res Publica?

Slide 14 - Slide

Hofstelsel (economisch)

Slide 15 - Slide

soorten boeren
  1. vrije boeren
  2. horige boeren
  3. lijfeigenen

Slide 16 - Slide

Hofstelsel

Slide 17 - Slide

Hofstelsel
- Een 'domein' was Autarkisch

- Vroonland = Land van de boerzelf dat wordt bewerkt door lijfeigenen
- Hoevenland = Land dat wordt bewerkt door de Horigen. deze boeren 
betaalden de heer in natura en met herendiensten

Herendiensten bestonden uit klusjes voor de heer of het verbouwen
van het vroonland. 

Slide 18 - Slide

ontstaan van horigheid

door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 19 - Slide

Domein
Hoofdstuk 3 par.1  vraag 3,7,8,10,11

Slide 20 - Slide

Opdracht bij H3§1:Geef op een plattegrond de situatie van een domein weer

- Laat de drie typen boeren erop voorkomen
- Geef de driedeling van land op een domein aan
- Laat het er levensecht uit zien!
Beantwoord de volgende vragen:
Welke verschillen zijn er tussen de drie groepen boeren:
     a. Op het gebied van rechten en plichten (wat mochten ze,
     moesten ze of hoefden ze niet)?
     b. Wat betreft landbezit (eigen land, gepacht land, geen
     land)?

Beoordeling wordt bij het so-cijfer (van verslag Constantijn) opgeteld:
Goed = +0,5p
Voldoende = +0,25p
Onvoldoende = +0p







Slide 21 - Slide

les 2

Slide 22 - Slide

bespreken vier vragen 
maken domein

Slide 23 - Slide

aan de slag blz. 77-80
  1. Zoek zelfstandig op in je boek wat 
een hofstelsel is,
2.Wat is de sociale positie van een vrije boer, een horige en een lijfeigene?
3. Wat zijn de onderlinge verschillen tussen bovenstaande groepen en wat zijn de overeenkomsten?
4. Waarom was het idee van 'res publica' verdwenen in de middeleeuwen?
Tijd over?
Lees de casus op blz. 76. Wat vind jij, anno 2023, van deze manier van rechtspreking op het domein?

timer
10:10

Slide 24 - Slide

Schema over het hofstelsel

Slide 25 - Slide

Waardoor ontstond horigheid? 
Horig = onvrij, gebonden aan het land van een landbezitter
  • Door ziekte en klimaatverandering minder voedselopbrengsten
  • Oplossing: Romeinse keizers verbieden boeren hun grond te verlaten
  • Dan: Romeins bestuur valt weg --> onveiligheid
  • Steden worden dorpen --> stedelingen trekken naar het platteland, worden boer. 
  • Boeren verbinden zich aan adel met legers
  • In ruil daarvoor gingen zij verplichtingen aan 

Slide 26 - Slide

Het domein was ommuurd. In geval van gevaar konden boeren hier schuilen. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welke tijdvakken horen bij de middeleeuwen?
A
Monniken en vorsten - Steden en staten
B
Steden en rechten - Monniken en vorsten
C
Monniken en ridders - steden en landen
D
Monniken en ridders - Steden en staten

Slide 29 - Quiz

Belangrijk gevolg van de dalende landbouwproductie door de invallen van de Germanen in het romeinse rijk?
A
geen voedsel meer voor de steden
B
werkloosheid
C
stijgende prijzen

Slide 30 - Quiz

Romeinse steden in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bleven in de middeleeuwen in oorspronkelijke staat functioneren
B
waren leeggelopen
C
werden vervangen door Middeleeuwse steden

Slide 31 - Quiz

de wegen in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
functioneerde goed
B
werd uitgebreid
C
werden verwaarloosd en waren onveilig

Slide 32 - Quiz

de geldeconomie in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
werd gedomineerd door goud
B
was gebaseerd op waardepapieren
C
bloeide als nooit tevoren
D
was verdwenen

Slide 33 - Quiz

de handel in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bloeit als nooit tevoren
B
wordt gekenmerkt door stagnatie
C
speelde geen rol

Slide 34 - Quiz

Waardoor viel de landbouwstedelijke samenleving weg na de val van het Romeinse rijk?
A
Er was geen bescherming meer, handel werd onveilig
B
De steden werden vernield
C
Er was geen geld meer waar mee gehandeld kon worden
D
De wegen werden niet meer onderhouden

Slide 35 - Quiz

Belangrijkste middel van bestaan in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
handel
B
landbouw

Slide 36 - Quiz