Het werkwoord: ESTAR=zijn/zich bevinden
Gebruik:
Als je wilt aangeven waar iets of iemand zich bevindt (plaats).
Als zich een tijdelijke toestand voordoet: ziek, moe, boos, verdrietig, blij, open, dicht, vies, schoon, etc.
- plaatsbepaling
- gevoel, stemming, emotie
- fysieke toestanden
- uiterlijkheid
- Burgerlijke staat (getrouwd, gescheiden, overleden, etc.)