Verwijswoorden

Verwijswoorden
Wat zijn verwijswoorden ook alweer?
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verwijswoorden
Wat zijn verwijswoorden ook alweer?

Slide 1 - Slide

Doel:
  • In deze les leer je de regels voor het gebruik van verwijswoorden.
  • In deze les leer je wat de veel voorkomende verwijswoorden zijn.

Slide 2 - Slide

Theorie verwijzingen

Slide 3 - Slide

Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:






mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze

Slide 4 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord
Het aanwijzend voornaamwoord wijst dingen aan en staat voor het zelfstandig naamwoord waarbij het hoort.

Deze en die verwijzen naar een de-woord
Dit en dat  verwijzen naar een het-woord

Deze en dit verwijzen naar iets dat dichtbij is; 
Die en dat verwijzen naar iets dat ver(der) weg is. 

Slide 5 - Slide

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 6 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,

 ________  vindt    ________ niet erg.
deze
die
dat
hij
zij
het
ze

Slide 7 - Drag question

Nu ga je deze theorie toepassen
Numo Taken

Slide 8 - Slide